menu
spacer
 
| de vredessite / kernwapens achtergrond |
 
 
 
Factsheet
Kernwapens - de stand van zaken

 
door Ontwapen! en Akties tegen Kernwapens - maart 2010 1
 
Voor recente factsheets, zie het menu.
 
Kernwapens zijn de meest vernietigende wapens ter wereld. De effecten van een kernexplosie zijn noch in tijd, noch in ruimte te controleren en treffen zonder onderscheid militairen en burgers. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben ze de wereld in een permanente houdgreep gehouden en heeft de mogelijkheid van allesverwoestend kernwapengebruik een schaduw over de mensheid gelegd.
 
Historie
 
Hiroshima Kernwapens werden ontwikkeld in de loop van de jaren '40 van de vorige eeuw in een samenwerkingsprogramma van de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden ze twee keer ingezet door de Amerikaanse luchtmacht. De Japanse steden Hiroshima en Nagasaki werden in augustus 1945 vernietigd, tienduizenden mensen vonden direct de dood. In beide steden zijn de gevolgen van de nucleaire explosies nog altijd merkbaar.
Sindsdien zijn kernwapens niet meer op het slagveld ingezet, hoewel de wereld een aantal keren langs de afgrond van een atoomoorlog heeft gescheerd. Wel werden nog ruim 2000 kernproeven uitgevoerd, met vaak verstrekkende gevolgen voor de bewoners van de gebieden waar deze plaatsvonden, zoals eilanden in de Pacific, of andere mensen die als proefpersoon werden gebruikt.
 
Kernwapenarsenalen
 
Het aantal kernwapens is na het einde van de Koude Oorlog fors gereduceerd. Vooral de Verenigde Staten en Rusland, die over veruit de grootste nucleaire arsenalen ter wereld beschikken, hebben veel kernwapens gedeactiveerd of vernietigd. Er zijn echter nog altijd duizenden kernwapens die op korte termijn ingezet kunnen worden, meer dan voldoende om de wereld vele malen te vernietigen.
 
Nuclear Stockpiles
 
Naast de vijf 'officiële' kernwapenstaten - Verenigde Staten, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China - hebben diverse andere landen in de loop van de tijd een kernwapenprogramma gehad. Op het moment wordt er vanuit gegaan dat ook India, Pakistan, Israël en Noord-Korea over kernwapens beschikken. Iran wordt er sinds enige jaren van beschuldigd een kernwapenprogramma gestart te hebben.
 

Kernwapenarsenalen per land

Land

Aantal actieve kernwapens (totaal)

Jaar eerste kernproef


Land

Aantal actieve kernwapens (totaal)

Jaar eerste kernproef

Verenigde Staten

2626 (9400)

1945


India

onbekend (60-80)

1974

Rusland

4650 (12000)

1949


Pakistan

onbekend (70-90)

1998

Verenigd Koninkrijk

< 160 (185)

1952


Israël

onbekend (80)

onbekend

Frankrijk

300 (300)

1960


Noord-Korea

onbekend (< 10)

2006

China

180 (240)

1964


Bron: Natural Resources Defence Council, 2010


 
Verenigde Staten
 
Do as we say, not as we do De Verenigde Staten beschikken samen met Rusland over veruit de meeste kernwapens in de wereld. Het is bovendien het enige land dat ze daadwerkelijk ingezet heeft. Na het einde van de Koude Oorlog volgde een forse reductie van het Amerikaanse kernwapenarsenaal. Er werd echter wel steeds onderzoek gedaan naar nieuwe typen kernwapens. Centraal daarbij stond de ontwikkeling van kernwapens die geschikt zouden zijn om in hedendaagse oorlogen in te zetten, zoals zogenaamde 'mini-nukes' en 'bunker busters' (ook wel 'earth penetrators' genoemd).
Tijdens de regeerperiode van president G.W. Bush leek mogelijk kernwapengebruik een steeds centralere rol in te gaan nemen in vernieuwde militaire strategieën, hoewel anderzijds ook aan ontwapening gewerkt werd. Met het aantreden van de huidige president Obama wordt de nadruk meer op dat laatste gelegd. Ook de ontwikkeling van nieuwe kernwapens zou stopgezet worden. Ook de nieuwe Amerikaanse regering blijft echter vasthouden aan het voortbestaan van een nucleaire capaciteit en een op afschrikking en mogelijke kernwapeninzet gebaseerd beleid. Er werd expliciet geweigerd een eerste gebruik van kernwapens (een zogenaamde 'no first use-policy') af te kondigen.2
 
Rusland
 
Qua aantallen heeft Rusland op het moment de meeste kernwapens in bezit; wel gaat het voor een deel om wapens die op ontmanteling liggen te wachten. Net als de Verenigde Staten houdt Rusland, ondanks forse reducties in het kernwapenarsenaal, vast aan een militaire doctrine waarin de mogelijkheid van kernwapeninzet een uitgangspunt vormt.3
 
Toenmalig President Putin kondigde in zijn State of the Nation-toespraak van 16 mei 2003 een versterking en modernisatie van de nucleaire capaciteit van Rusland aan. Dit zou vorm moeten krijgen door ondermeer ontwikkeling van nieuwe kernwapens. In november 2009 zei President Medvedev dat de Russische krijgsmacht in 2010 meer dan 30 ballistische raketten en drie kernonderzeeërs ter beschikking zal krijgen.4
 
Verenigd Koninkrijk
 
Trident-onderzeeërs Het Verenigd Koninkrijk beschikt over ongeveer 160 actieve kernkoppen, die zich aan boord van Trident-onderzeeërs bevinden. Voor deze wapens is men op een aantal belangrijke punten afhankelijk van de Verenigde Staten. Zo worden de raketten bewaard en getest in de VS, worden er nauwe banden met kernwapenlaboratoria in de VS onderhouden. De vigerende militaire doctrine van het VK spreekt over de noodzakelijkheid van het handhaven van een 'minimale' nucleaire afschrikkingscapaciteit.
 
In 2002 kondigde de Britse regering miljardeninvesteringen voor de ontwikkeling van mogelijkheden tot de productie van nieuwe kernwapens. Vier jaar later openbaarde toenmalig premier Blair plannen om voor een bedrag tot 20 miljard pond nieuwe kernwapenonderzeeërs aan te schaffen, waarvoor op termijn mogelijk nieuwe kernraketten nodig zouden zijn. In 2007 werden deze plannen door het parlement goedgekeurd.5
Er werd wel gesproken over de mogelijkheid de nucleaire vloot terug te brengen tot drie in plaats van vier kernonderzeeërs.
 
Frankrijk
 
Frankrijk beschikt over nucleaire langeafstandsraketten en vliegtuigbommen. In 2008 liet president Sarkozy weten dat het arsenaal van dat laatste type met een derde zou worden gereduceerd tot een aantal van 40 kernwapens. Hij kondigde bovendien meer transparantie over het Franse kernwapenbeleid aan.6
Tegelijkertijd liet hij weten dat de Franse nucleaire doctrine grotendeels ongewijzigd blijft. Kernwapeninzet is een mogelijkheid tegen welke vorm van een aanval tegen Frankrijk dan ook. Eerder liet toenmalig president Chirac expliciet weten dat gebruik van kernwapens in reactie op een terroristische aanval een optie is en dat de Franse krijgsmacht hier op ingesteld is.7
Frankrijk zit in het midden van een omvangrijke modernisering van het nucleaire arsenaal. De kernonderzeeërs zijn inmiddels vervangen, over een paar jaar worden nieuwe kernkoppen in gebruik genomen.8
 
China
 
Het is niet precies bekend over hoeveel kernwapens China beschikt, schattingen liggen tussen de 200 en 400 kernkoppen. China is de enige officiële kernwapenstaat die een verklaring heeft afgegeven dat het niet als eerste kernwapens in zal zetten en geen kernwapens in zal zetten tegen niet-kernwapenstaten. Het beschikt over diverse typen kernwapens, waaronder langeafstandsraketten en vliegtuigbommen.
In tegenstelling tot de meeste andere officiële kernwapenstaten is China bezig met een gestage uitbreiding van het kernwapenarsenaal. Al in de jaren '80 werd besloten tot een modernisering, die slechts langzaam zijn beslag krijgt. De laatste jaren werden een aantal nieuwe soorten kernraketten in gebruik genomen.9
 
India
 
India was de eerste niet officiële kernwapenstaat, die het bezit van kernwapens toe heeft gegeven. Het is net als Pakistan en Israël niet aangesloten bij het Nonproliferatieverdrag. India beschikt over tientallen kernwapens, van verschillende soorten. Het is bezig het aantal kernonderzeeërs fors uit te breiden.
India heeft verklaard niet als eerste kernwapens in te zullen zetten ('no first use-policy'). Handhaving van de nucleaire capaciteit is echter onomstreden. Daarbij wordt vooral gewezen op de gespannen verhouding met buurland Pakistan, dat eveneens over kernwapens beschikt. 10
 
Pakistan
 
Kahn De Pakistaanse nucleaire capaciteit stamt uit de jaren '70 van de vorige eeuw, toen de atoomgeleerde Kahn zijn in Nederland, voornamelijk bij Urenco, opgedane kennis inzette om de eerste Pakistaanse atoombom te ontwikkelen. Later werd deze kennis via een illegaal netwerk verspreid naar een aantal andere landen, waaronder Iran, Libië en Noord-Korea.
Pakistan beschikt net als India over tientallen kernwapens. De nucleaire doctrine richt zich sterk op India en geeft afschrikking van een, al dan niet nucleaire, aanval vanuit dit land als belangrijkste reden voor het voortbestaan van de kernwapencapaciteit.11
 

 
Israël
 
Krantenkop Van Israël is het zeker dat het al tientallen jaren over kernwapens beschikt, hoewel het zelf geen mededelingen hierover doet. De belangrijkste informatie over de Israëlische kernwapens werd naar buiten gebracht door de nucleaire technicus Mordechai Vanunu, die na jarenlange gevangenschap op 21 april 2004 vrij werd gelaten. Sindsdien is hij aan strikte beperkingen onderworpen en werd meerdere malen gearresteerd en gevangen gezet.
Over het algemeen wordt het aantal Israëlische kernwapens op minder dan 100 geschat, hoewel ook getallen tot 400 genoemd worden. Israël beschikt over intercontinentale ballistische raketten, vliegtuigen en onderzeeërs om de kernwapens in te zetten.
 
Noord-Korea
 
Noord-Korea zegde in 2003 het lidmaatschap van het Nonproliferatieverdrag (NPV) op, nadat het door de Verenigde Staten beschuldigd werd van het hebben van een geheim uraniumverrijkingsprogramma. In 2006 liet Noord-Korea weten een kernproef gehouden te hebben, gevolgd door een tweede proef in 2009. Hoewel een en ander door veel onduidelijkheid omgeven blijft, wordt er vanuit gegaan dat Noord-Korea inmiddels over enkele kernwapens beschikt. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft het kernwapenprogramma van het land veroordeeld. Inspecteurs van de internationale 'atoomwaakhond' IAEA werden in 2009 het land uitgezet.
 
Iran
 
Iran wordt er al jaren van verdacht een kernwapenprogramma te hebben. Vooral de Verenigde Staten en Israël hebben hierover vele malen hun zorgen uitgesproken. Zelf ontkent Iran kernwapenbezit na te streven en zegt dat het nucleaire programma, in lijn met het ook door hen ondertekende Nonproliferatieverdrag, alleen voor civiel gebruik (kernenergie) is. Het heeft echter wel een moeizame verhouding met de IAEA. Lange tijd oordeelde dit agentschap vrij mild over Iran, maar in de recentste rapportage wordt een hardere toon aangeslagen, mede omdat Iran gestart is met het verrijken van uranium tot een hogere waarde dan voor civiel gebruik nodig zou zijn.12 Ook Rusland toonde zich bezorgder dan eerder over het nucleaire programma van Iran.
 
Overige landen
 
Diverse andere landen zijn in de loop van de tijd meer of minder serieus verdacht van het hebben van een kernwapenprogramma, zoals Argentinië, Brazilië, Libië, Irak, Myanmar, Roemenië en Syrië. Van Zuid-Afrika is bekend dat het enige tijd over een klein aantal kernwapens beschikt heeft, maar het heeft deze zelf begin jaren '90 van de vorige eeuw ontmanteld. Een aantal voormalige Sovet-republieken (Kazachstan, Oekraïne en Wit-Rusland) hadden nog kernwapens op hun grondgebied staan na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Deze zijn allemaal binnen enkele jaren overgedragen aan Rusland.
 
NAVO en kernwapens
 
Binnen de NAVO beschikken de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk over eigen kernwapens. Via het beleid van zogenaamde 'nuclear sharing' zijn daarnaast in een aantal Europese NAVO-lidstaten Amerikaanse kernwapens geplaatst.
Hoogstwaarschijnlijk bevinden zich nog in vijf Europese landen in totaal 150 tot 240 Amerikaanse kernwapens: België, Duitsland, Italië, Nederland en Turkije. De afgelopen tien jaar zijn kernwapens teruggetrokken uit Griekenland (Araxos) en het Verenigd Koninkrijk (Lakenheath) en van diverse bases in bovengenoemde vijf landen.
 

Amerikaanse kernwapens in Europa

Land

Vliegbasis

Amerikaanse eenheid

Overbrengingssysteem

Aantal

WS3-vaults

Aantal Kernwapens

België

Kleine Brogel

701 MUNSS

Belgische F-16's

11

10-20

Duitsland

Buchel

702 MUNSS

Duitse Tornados

11

10-20

Italië

Aviano

31st Fighter Wing

Amerikaanse F16's

18

50

Ghedi Torre

704 MUNSS

Italiaanse Tornados

11

20-40

Nederland

Volkel

703 MUNSS

Nederlandse F16's

11

10-20

Turkije

Incirlik

39 Air Base Wing

Amerikaanse vliegtuigen indien nodig (toerbeurt)

25

50-90

Totaal

150-240

Bron: Hans M. Kristensen, USAF Report: “Most” US nuclear weapon sites in Europe do not meet DoD security requirements, FAS Strategic Security Blog, 19 June 2008; Het Nieuwsblad, 'Geen Amerikaanse kernwapens meer op Brits grondgebied', 27 juni 2008


 
Hoewel de NAVO als zodanig niet over 'eigen' kernwapens beschikt, maakt mogelijke kernwapeninzet wel onderdeel uit van de militaire strategie van dit bondgenootschap, zoals vastgelegd in het Strategisch Concept. De NAVO is bezig met een proces van vernieuwing van dit concept, maar over de rol van kernwapens in Europa zegt het op het moment nog geldende document: “To protect peace and to prevent war or any kind of coercion the Alliance will maintain for the foreseeable future an appropriate mix of nuclear and conventional forces based in Europe and kept up to date where necessary, although at a minimum sufficient level. [...] the Alliance's conventional forces alone cannot ensure credible deterrence. Nuclear weapons make a unique contribution in rendering the risks of aggression against the Alliance incalculable and unacceptable. Thus, they remain essential to preserve peace.”13 Protest
Dit beleid werd in september 2009 nog eens bevestigd in een beleidsdocument van de NAVO over proliferatie van massavernietigingswapens.14
In januari 2000 schreef de Minister van Defensie aan de Tweede Kamer: “De door de Verenigde Staten in Europa geplaatste kernwapens [...] geven uitdrukking aan de strategische eenheid van het bondgenootschap en zijn van groot belang voor de solidariteit van het bondgenootschap.”15
De fundamentele rollen van de kernwapens in NAVO-verband zijn met andere woorden het in stand houden van een geloofwaardige afschrikking en het bevestigen van de onderlinge solidariteit, met name van de transatlantische verbondenheid.
Om dit te bereiken blijft voorbereiding van inzet nodig, aldus de Minister van Buitenlandse Zaken in 1999: “De afschrikwekkende werking bestaat uiteraard niet langer als de inzet volkomen denkbeeldig is. Zolang ons land in het kader van de bondgenootschappelijke verdediging zijn kerntaak uitvoert, zal de Koninklijke Luchtmacht dan ook voorbereid moeten blijven op de inzet, onder meer door middel van oefeningen.”16
Over de omstandigheden waaronder NAVO-inzet van kernwapens plaats zou kunnen vinden worden geen mededelingen gedaan. Ook de eerste inzet van kernwapens wordt niet uitgesloten. “Een 'no-first use' verklaring zou de afschrikking ondergraven”, aldus de Nederlandse ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken.17
Het ligt voor de hand, ook de doelen van een eventuele inzet van kernwapens in NAVO-verband blijven in nevelen gehuld. Wel wordt de mogelijkheid om burgerdoelen, zoals steden, aan te vallen uitdrukkelijk opengehouden.18
 
Kritiek op kernwapens in Europa
 
De aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Nederland en in andere Europese NAVO-landen, en de bijbehorende kernwapentaken, is al tientallen jaren punt van grote kritiek van vredesorganisaties, juristen en politici. Naast principiële en internationaalrechtelijke bezwaren, wordt er vanuit de politiek, onder deskundigen en zelfs vanuit militaire hoek meer en meer getwijfeld aan het nut van het in stand houden van de politiek van 'nuclear sharing' binnen de NAVO. Zo pleitte het Defense Science Board Task Force van het Amerikaanse Ministerie van Defensie in 2004 voor het beëindigen van de kernwapentaken buiten de Verenigde Staten: “There is no obvious need for these systems, and eliminating the nuclear role would free resources that could be used to fund strategic strike programs of higher priority.”19
 
De B61-bommen zijn militair verouderd, evenals het systeem waarnee vliegtuigen deze kernwapens afwerpen. Al jarenlang zijn er berichten dat de Verenigde Staten met name om die reden de aanwezigheid van dit soort kernwapens buiten het eigen grondgebied nauwelijks van enig praktisch nut meer vinden en het eerder als een veiligheidsrisico en geldverspilling beschouwen.20
Een recent rapport waarin grote zorgen over de veiligheidssituatie op Europese bases met Amerikaanse kernwapens werd geuit, en met name op de werkwijze van de betrokken militaire eenheden van de Europese gastlanden, zet dit nog scherper aan.21
Ook de, vaak nog gespannen, verhouding tussen de Verenigde Staten en Rusland zou gebaat zijn bij een, in het kader van vertrouwenwekkende maatregelen op nucleair-militair gebied geplaatste, terugtrekking van de Amerikaanse tactische kernwapens uit Europa, die een voortdurende doorn in het oog van Rusland vormen.
De Verenigde Staten zouden al met al weinig problemen hebben met het terughalen van de kernwapens uit Europa, hoewel minister van Buitenlandse Zaken Clinton zich in februari 2010 nog uitsprak voor behoud van de Europese 'afschrikkingscapaciteit'.22
De afgelopen tien jaar deels werden kernwapens al verwijderd van de Griekse basis Araxos, van het Duitse Ramstein en van het Britse Lakenheath.23
Het zouden vooral de Europese gastlanden zijn die de kernwapens willen behouden, omdat zij zo de transatlantische band willen behouden en bang zijn voor statusverlies binnen de NAVO wanneer de B61-bommen verwijderd worden en zij hun kernwapentaak kwijtraken. In deze houding lijkt recent echter ook een kentering waarneembaar.24 Zo dringt de in 2009 aangetreden Duitse regering aan op de verwijdering van de overgebleven Amerikaanse kernwapens op Duits grondgebied, nadat FDP-leider Westerwelle, inmiddels minister van Buitenlandse Zaken, op dit punt campagne had gevoerd.
 
Nederland en kernwapens
 
Nederlandse kernwapentaken
 
De Nederlandse krijgsmacht heeft sinds 1960 een aantal zogenaamde 'kernwapentaken' gehad, dat wil zeggen dat onderdelen van het leger in NAVO-verband opgeleid werden om in voorkomend geval Amerikaanse kernwapens te gebruiken. Een deel van die kernwapens bevond zich op Nederlands grondgebied.
 
Tussen 1960 en 1980 groeide het aantal kernwapentaken dat Nederland vervulde tot een maximum van zes. Na het einde van de Koude Oorlog werd dit in stappen teruggebracht tot de huidige situatie: één kernwapentaak voor één F16-squadron op Vliegbasis Volkel.
 

Ontwikkeling van de Nederlandse kernwapentaak25

1949

Oprichting NAVO

1950-1959

Diverse overeenkomsten in NAVO-verband en bilaterale afspraken tussen de Verenigde Staten en diverse Europese NAVO-lidstaten ter voorbereiding van de plaatsing van Amerikaanse kernwapens in Europa

1960

Eerste plaatsing Amerikaanse kernwapens in Nederland: Honest John-raketten op Vliegbasis Volkel

1961-1980

Het aantal Nederlandse kernwapentaken wordt uitgebreid tot zes; 150-300 kernkoppen opgeslagen in Nederland

1985

Regering en parlement besluiten plaatsing van kruisvluchtwapens op Vliegbasis Woensdrecht toe te staan, een deel van de bestaande kernwapentaken moet worden afgestoten

1986-1997

Met het einde van de 'Koude Oorlog' wordt het aantal Nederlandse kernwapentaken verminderd; ook de kruisvluchtwapens op Woensdrecht komen er niet

1997

Er is nog een Nederlandse kernwapentaak, voor twee F16-squadrons op Volkel

2002

De kernwapentaak op Volkel wordt teruggebracht tot één F16-squadron

planning: ca. 2015

De Joint Strike Fighter neemt de kernwapentaak van de F16 over


 
Piloten van dit squadron worden getraind in het afgooien van kernwapens. De kernwapens zelf blijven tot het moment van gebruik Amerikaans bezit. Het zijn ook de Verenigde Staten die het besluit tot inzet van kernwapens nemen. Wanneer dit het geval is, bepaalt de NAVO-commandant in Europa, de Strategic Allied Commander Europe (SACEUR), welke kernwapens gebruikt gaan worden. Hij geeft vervolgens een zogenaamd 'release order' aan de Amerikaanse eenheid die de kernwapens bewaken. Deze eenheid draagt de kernwapens over aan de piloten die ze moeten vliegen en afgooien. In voorkomend geval wordt de feitelijke beschikkingsmacht over de kernwapens dus overgedragen aan Nederlandse piloten.26 Een praktijk die op gespannen voet staat met het Nonproliferatieverdrag (NPV), dat de overdracht van kernwapens aan niet-kernwapenstaten verbiedt.27
 
Kernwapens in Nederland
 
B61 bom Uit onderzoek van diverse organisaties en journalisten in de jaren '80 van de vorige eeuw, komt naar voren dat er hoogstwaarschijnlijk op drie militaire bases in Nederland Amerikaanse kernwapens opgeslagen hebben gelegen: Havelte, 't Harde en Volkel. In de huidige situatie bevinden zich alleen op Vliegbasis Volkel nog kernwapens.
 
In tegenstelling tot het enkele bestaan van Nederlandse kernwapentaken, heeft de Nederlandse regering altijd geweigerd mededelingen te doen over de daadwerkelijke aanwezigheid van kernwapens in Nederland. Kamervragen worden door de Minister van Defensie nog altijd steevast beantwoord met de opmerking dat hierover wegens afspraken in NAVO-verband niets gezegd mag worden.
De kernwapens liggen opgeslagen in zogenaamde WS3-vaults, een soort wapenkluizen in de bodem van F16-hangars, die met een liftsysteem naar boven gehaald kunnen worden. In elke kluis is ruimte voor vier atoombommen, in de meeste gevallen bevatten ze echter twee. De in het algemeen gehanteerde schatting voor het aantal B61-bommen op Volkel gaat er vanuit dat tien van de elf aanwezige WS3-vaults voor opslag in gebruik zijn (de laatste kluis zou bedoeld zijn voor trainingsdoeleinden), elk met twee kernwapens, wat een totaal van twintig bommen maakt.28
 
De bewaking van en uitvoering van handelingen met de kernwapens wordt primair gedaan door speciale Amerikaanse eenheden. Op Volkel is dit het 703 Munition Support Squadron (703 MUNSS). Het 703 MUNSS maakt onderdeel uit van de 38th Munitions Maintenance Group, die opereert vanaf de Duitse vliegbasis Spangdahlem.
 
Alle Amerikaanse kernwapens in Europa zijn van het type B61 (mod 3 of mod 4), een tactische vrije val-bom. De kracht van de bom wordt ter plekke ingesteld door een schakelaar op het wapen (het zogenaamde 'dial-a-yield' of DAY-systeem) en kan variëren van 0,3 tot 170 kiloton. De atoombom die op Hiroshima gegooid werd had een kracht van twaalf kiloton, de totale potentiële vernietigingskracht van de kernwapens op Volkel is met een maximum van 3400 kiloton ruim 280 keer zo groot.
 
Overbrengingssysteem
 
Het huidige overbrengingssysteem voor de kernwapens op Volkel is de F16. Om deze taak uit te kunnen voeren zijn de Nederlandse F16's, die de taak overnamen van de eerder in dienst zijnde Starfighters, speciaal aangepast. B61-atoombommen kunnen worden gedragen op vier ophangpunten (pylons) die onder de vleugels gemonteerd zijn en op een ophangpunt die gemonteerd is aan de romp van het vliegtuig. Ze kunnen ook worden afgeworpen aan een parachute.29
F16 Tot 2002 voerden twee F16-squadrons op Volkel de Nederlandse kernwapentaak uit. Toen deelde het Ministerie van Defensie vrij plotseling mee: “De Navo heeft aanwijzingen gegeven voor een verdere aanpassing van de nucleaire strijdkrachten, die zijn samengesteld uit gevechtsvliegtuigen die naast hun conventionele taak zijn belast met de bondgenootschappelijke kernwapentaak (zogenaamde "dual capable aircraft"). Deze aanpassing is mogelijk door de verdere verbetering van de strategische veiligheidssituatie. Ook is een aanpassing nodig omdat de operationele belasting van vliegers in verband met conventionele crisisbeheersingstaken fors is toegenomen. Tegen deze achtergrond is de Nederlandse bijdrage aan de bondgenootschappelijke kernwapentaak verminderd van twee naar één squadron.”30
 
De F-35 Lightning II, beter bekend als Joint Strike Fighter (JSF), is de beoogde opvolger van de F-16 binnen de Nederlandse krijgsmacht. Ook de kernwapentaak moet door dit vliegtuig overgenomen worden, zo liet de regering in antwoord op Kamervragen weten.31
De SP diende in november 2007 een motie in waarin de regering werd opgeroepen “bij de vervanging van de F16 geen medewerking te geven aan voortzetting van een nucleaire rol”.32 Aanname van deze motie werd ontraden door minister Van Middelkoop van Defensie.33 Vlak voor het in stemming brengen werd de motie door indiener Van Velzen weer ingetrokken.34
De JSF wordt in eerste instantie geproduceerd als vliegtuig dat alleen geschikt is voor conventionele bewapening. Pas in een later stadium wordt mogelijk een zogenaamde 'dual-capable' JSF uitontwikkeld en geproduceerd, een versie die zowel conventionele als nucleaire wapens kan afwerpen. Of deze versie er daadwerkelijk komt, is met het oog op de te maken ontwikkelingskosten afhankelijk van het aantal bestellingen dat er voor binnenkomt.35
 
Politieke situatie
 
Binnen de Nederlandse politiek wordt door linkse partijen al jarenlang aangedrongen op openheid over de aanwezigheid van kernwapens op Volkel, zodat over de wenselijkheid hiervan en over de Nederlandse kernwapentaak een goed debat mogelijk wordt. Regeringspartij PvdA sprak zich in een 'materieelbeleidsplan', gepubliceerd in november 2007, uit voor een discussie over voortzetting van de Nederlandse kernwapentaak: “De techniek van vrijvalbommen is praktisch gezien nogal ouderwets en past niet meer in een nieuw toestel dat veel meer mogelijkheden heeft. Medewerking aan een nieuwe nucleaire rol waarvoor nieuwe nucleaire bewapening zou moeten worden ontwikkeld is evenzeer ongewenst. Om die reden pleiten wij voor een politieke discussie over voortzetting van deze – militair verouderde – rol.”36 In ieder geval GroenLinks, de SP, Partij voor de Dieren en D66 zijn eveneens voorstander van het beëindigen van de kernwapentaak of op z'n minst een debat hierover.
Oud-premier Ruud Lubbers (CDA) sprak zich begin 2008 uit voor afstoten van de kernwapentaak; hij schreef in november 2009 samen met oud-ministers Van Mierlo (D66), Van der Stoel (PvdA) en Korthals Altes (VVD) een opiniestuk met dezelfde strekking.37 Zijn partijgenoot Maxime Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, liet eind maart 2008 weten voorstander te zijn van een kernwapenvrije wereld: “We should seize the opportunity of the NPT Review Conference in 2010 to show new resolve to work towards a world free of nuclear weapons.”38
 
Verhagen De invulling die Verhagen verder aan dit streven geeft, is echter nogal terughoudend. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij in het najaar van 2009 in de Tweede Kamer bij herhaling aangaf vooralsnog vast te willen blijven houden aan de Nederlandse kernwapentaak en de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Nederland. Amerikaanse kernwapens in Europa blijven volgens hem een beschermende functie vervullen. Gezamenlijk NAVO-beleid moet daarin volgens Verhagen als richtsnoer genomen worden.
De PvdA diende bij datzelfde Kamerdebat een motie in voor de verwijdering van Amerikaanse kernwapens van Europese bases. Verhagen ontraadde die motie ten zeerste: “De vraag of nucleaire afschrikking als zodanig, juist omdat de discussie niet zal gaan over de vraag 0 of 100 kernwapens, een rol moet blijven spelen in de NAVO-strategie, beantwoorden wij op basis van afspraken die worden gemaakt in het kader van de verdergaande ontwapening. Dat kan inderdaad leiden tot nul kernwapens in Europa, maar in het kader van de afspraken kan het nog wel een bepaald niveau hebben. [...] Als de NAVO als zodanig die taak nog heeft, ga ik die taak er niet als Nederland eenzijdig uitgooien. [...] Je moet niet nu al zeggen: wat er ook uitkomt, Nederland gooit zijn kernwapentaak eruit, of Nederland doet niet meer mee aan de NAVO-kernwapentaak.” De motie werd werd uiteindelijk verworpen, alleen de al genoemde partijen, die voorstander zijn van beëindiging van de Nederlandse kernwapentaak, stemden voor.39
 
Binnen NAVO-verband lijkt Nederland nu wel een voorzichtige stap vooruit te doen. Samen met België, Duitsland, Luxemburg en Noorwegen werd het initiatief genomen nucleaire ontwapening op de agenda te zetten. Verhagen noemde daarbij een kernwapenvrij Europa een optie, maar toonde zich wederom geen voorstander van een snel eind aan de Nederlandse kernwapentaak.40
 
Ontwikkelingen op internationaal vlak
 
Kernwapens, non-proliferatie en ontwapening komen aan de orde in een aantal internationale gremia. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Conference on Disarmament, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en de vergaderingen over het Nonproliferatieverdrag.
Jarenlang zijn hierin weinig hoopgevende ontwikkelingen te bespeuren geweest. De laatste significante prestatie was waarschijnlijk het aannemen van het Comprehensive Test Ban Treaty in 1996. Dit verdrag dat alle kernexplosies verbiedt, en vooral bedoeld is om nieuwe kernproeven te voorkomen, is echter nog steeds niet in werking getreden. Van 44 met name genoemde landen, die voor de inwerkingtreding het verdrag geratificeerd moeten hebben, hebben een aantal dit nog altijd niet gedaan.
De kernwapenstaten maakten zich voorts vooral druk om dreigende proliferatie en weigerden serieuze stappen tot eigen ontwapening te zetten. Andere landen vonden dit logischerwijs een zeer onevenwichtige aanpak. In 2009 leek eindelijk meer schot in ontwapening te komen. De Verenigde Staten en Rusland sloten in juli 2009 een zogenaamd 'preliminary agreement' voor een forse reductie van hun kernwapenarsenalen. Sowieso spreken steeds meer landen zich uit voor nucleaire ontwapening, zij het vrij voorzichtig en met veel mitsen en maren. Ondanks deze hoopvolle ontwikkelingen, zullen er in de voorzienbare toekomst nog voldoende kernwapens inzetklaar blijven staan om de wereld vele malen te vernietigen.
 
In mei 2010 vindt de vijfjaarlijkse Herzieningsconferentie van het Nonproliferatieverdrag (NPV) plaats. Het NPV is één van de hoekstenen van het internationale kernwapenbeleid. Het verdrag trad in 1970 in werking, bijna alle landen in de wereld zijn er lid van. Enerzijds verbiedt het NPV overdracht van kernwapens aan niet-kernwapenstaten en verbiedt het deze staten kernwapens te ontwikkelen of te verkijgen, anderzijds legt het de kernwapenstaten de verplichting op tot volledige nucleaire ontwapening te komen. Hoewel beide peilers maar in beperkte mate nageleefd zijn, blijft het NPV een belangrijke rol spelen. De conferentie in mei 2010 vormt een belangrijk ijkpunt voor de richting waarin ontwikkelingen met betrekking tot kernwapens zich zullen bewegen. Met name ligt de vraag voor of de kernwapenstaten zich eindelijk zullen verplichten tot serieuze stappen tot ontwapening.
 
In actie tegen kernwapens
 
Kernwapens hebben vanaf het moment dat ze opgenomen werden in de militaire arsenalen weerstand opgeroepen. Veel landen keerden zich tegen het bezit van kernwapens. Dit leidde ondermeer tot het instellen van een aantal kernwapenvrije zones van groepen landen die verklaarden af te zien van kernwapenbezit. Inmiddels behoort een groot deel van de wereld tot één van deze zones (zie afbeelding; de niet-grijze vlakken zijn kernwapenvrije zones). Daarnaast zetten veel landen zich binnen internationale organen in voor kernontwapening.
 
 Wereldkaart

 
Diverse acties
 
Ook door veel groepen en organisaties is actie gevoerd tegen kernwapens. In eerste instantie speelden bezorgde wetenschappers een voortrekkersrol binnen dit geheel. Bekend zijn verder de grote marsen van de Engelse Campaign for Nuclear Disarmament (CND), die al eind jaren '50 van de vorige eeuw begonnen. Ook in Nederland vonden in die tijd al Paasmarsen die zich ondermeer tegen kernbewaping richtten plaats. In de tweede helft van de jaren '70 vormden de kernwapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en de aangekondigde introductie van de neutronenbom - die mensen doodt en gebouwen laat staan - de aanleiding voor een opleving van het protest tegen kernwapens. Er werden vanuit diverse hoeken grootschalige campagnes gestart. In Nederland vonden in 1981 en 1983 massale demonstraties plaats in Amsterdam respectievelijk Den Haag. De dreigende komst van Amerikaanse kruisraketten naar de luchmachtbasis Woensdrecht kon op veel verzet rekenen. Helaas stortte de grote anti-kernwapenbeweging nadat het besluit voor plaatsing uiteindelijk was gevallen in rap tempo in elkaar. De kruisraketten op Woensdrecht kwamen er overigens toch niet, als gevolg van de ontspanning in de Koude Oorlog.
 
Ontwapeningsactie Volkel Naast de grootschalige campagnes, die zich beperkten tot de inzet van tamelijk gematigde middelen, werden ook meer directe acties gevoerd. Die liepen uiteen van blokkades en bezettingen, in Nederland bijvoorbeeld geïnitieerd vanuit het Vredesaktiekamp (VAK) en BONK, tot zogenaamde Ploegscharenakties, waarbij mensen tot daadwerkelijke ontwapeningsacties overgingen.

 
Internationaal Gerechtshof en burgerinspecties
 
Dat kernwapens strijdig zijn met het internationaal recht, is iets wat al lang door activisten en juristen naar voren gebracht wordt. In Nederland werden diverse processen tegen de staat aangespannen, die stevast stuitten op absurde uitspraken van de rechterlijke macht.
 
Anti-kernwapenactivisten voerden een lange campagne om de Verenigde Naties te bewegen het Internationaal Gerechtshof, de hoogste rechterlijke instantie ter wereld, te vragen een uitspraak over de rechtmatigheid van kernwapens te doen. Uiteindelijk hadden ze succes en het Internationaal Gerechtshof sprak op 8 juli 1996 uit dat het dreigen met en het gebruik van kernwapens in het algemeen in strijd zijn met het internationaal recht. Ook concludeerde het Hof dat in voorkomend geval voldaan zou moeten worden aan alle vereisten van het volkenrecht inzake gewapende conflicten, in het bijzonder aan die van de beginselen en regels van het internationaal humanitair recht. En nadrukkelijk werd vastgesteld dat geen enkele staat een voorbeeld van rechtmatig gebruik van kernwapens aan het Internationaal Gerechtshof heeft weten voor te leggen.
 
Tevens werd door het Hof uitgesproken dat kernwapens de ultieme bedreiging vormen voor de mensheid. Het Hof oordeelde verder dat artikel VI van het Nonproliferatieverdrag (NPV) alle kernwapenstaten uitdrukkelijk de verplichting oplegt op korte termijn alle kernwapens weg te onderhandelen.
 
Burgerinspecteurs openen hek Volkel Met deze uitspraak voelden veel anti-kernwapenactivisten zich gesterkt in hun acties. Met de Neurenberg-principes, die een ieder de plicht geven tegen de ernstige misdaden onder internationaal recht in verzet te komen, in het hoofd, werd in Europese NAVO-landen werd een nieuw actiemodel ontwikkeld: de zogenaamde burgerinspecties, waarbij mensen zelf op zoek gingen naar illegale activiteiten, in casu de aanwezigheid van kernwapens op militaire bases in hun landen.41 Vooral in België vonden vele succesvolle acties plaats, waarbij soms meer dan 1000 mensen aangehouden werden
 
In Nederland vonden in de periode 1998-2003 vijf burgerinspecties plaats bij de Vliegbasis Volkel, waarbij op het hoogtepunt ruim 100 mensen gearresteerd werden. De arrestaties en daaropvolgende vervolging betekenden, overigens ook bij een scala aan kleinere acties, dat de strijd ook in de rechtszaal voortgezet kon worden. Met behulp van een aantal vasthoudende advocaten werd elke mogelijkheid aangegrepen om de illegaliteit van de kernwapens en het Nederlandse kernwapenbeleid onder de aandacht te brengen. Helaas kozen de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad bij voortduring eieren voor hun geld door alle pleidooien af te wijzen en de facto te verklaren dat de staat op kernwapengebied kan doen wat het wil.
 
Verder lezen
 
Boeken en rapporten
(links openen een nieuw venster)
 
Organisaties en websites
 
Achtergrondinformatie
(links openen een nieuw venster)
Activisme en campagnes
(links openen een nieuw venster)
 

 
Noten
(links openen een nieuw venster)
 
1 Deze factsheet is deels gebaseerd op een onderzoek van Campagne tegen Wapenhandel in opdracht van IKV/Pax Christi (oktober 2008) en bouwt voort op een eerdere factsheet van de Werkgroep Eurobom (november 2004)

2 David E. Sanger and Thom Shanker, White House is rethinking nuclear policy, New York Times, February 28, 2010

3 Dmitri Trenin, Russia's nuclear policy in the 21st century environment, Ifri Proliferation papers, No. 13, autumn 2005; Timofey Borisov, Nikolai Patrushev: The draft of the new document, which defines the country’s defense capability, has been prepared, Rossiyskaya Gazeta, 20 November 2009
















19 Office of the Under Secretary of Defense for Acquisition, Technology and Logistics, “Report of the Defense Science Board Task Force on Future Strategic Strike Forces”, February 2004

20 Al in 1991 wordt in militaire kringen in dit kader gesproken over 'outdated short range nuclear weapons': Eric Schmitt, Bush's arm plan; Cheney orders bombs off alert, starting sharp nuclear pullback, New York Times, 29 September 1991





25 IKV, De kernwapens in Nederland, IKV-geschrift nr. 3, 1978; D.J. Bloem et al, Nederland en de kernwapens; een studie over het Nederlands nucleair beleid 1972-1985, Samson Uitgeverij, Alphen aan den Rijn/Brussel, 1987, ISBN 10: 9014037414; Lou Brouwers, Verboden toegang; kernwapens in Nederland, Uitgeverij Jan Mets, Soest, 1982; Han Hansen, De zes atoomtaken van Nederland, Van Gennep, Amsterdam, 1982; Robert. S. Norris, William M. Arkin and William Burr, Where they were, in: Bulletin of Atomic Scientists, Vol. 55, No. 6, November/December 1999 (PDF)

26 Daniel Charles, Nuclear planning in NATO, 1987; United States Air Force, Air Force Instruction 91-113, 1 May 2000, ISBN 0887301371

27 Mark Akkerman, Ondergronds: een onderzoek naar het democratisch gehalte van de besluitvorming over de plaatsing van Amerikaanse kernwapens in Nederland en de rechtmatigheid van deze plaatsing, december 2001










37 Vrij Nederland, 9 februari 2008; Ruud Lubbers et al, Op naar een kernwapenvrije wereld, NRC Handelsblad, 23 november 2009





Standaard HTML, werkt correct met elke browser
 
 
terug/back | de vredessite / kernwapens achtergrond |