Pleitnotitie Mr. Michiel Pestman
VAN DEN BIESEN PRAKKEN BOHLER
Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch
Zitting woensdag 7 maait 2001
Parketnummers:01/050297-99, 01/050423-00, 01/050341-00, 01/057146-00, 01/057158-00, 01/057159-00, 01/057161-00, 01/057163-00, 01/057165-00, 01/057166-00, 01/057167-00, 01/057168-00.mr. Michiel Pestman
pleitaantekeningenInzake Vredesactivisten Volkel tegen Het Openbaar Ministerie
Wanprestatie
1. Aan mij de taak het voorgaande in strafrechtelijk perspectief te plaatsen; strafrechtelijk handen en voeten te geven. Wat tot op heden door anderen naar voren is gebracht is meer dan een academische exercitie. Het internationaal recht heeft zijn neerslag op deze zaak. Zonder dit internationaal-rechtelijke perspectief kan in deze zaak, voor deze burger-inspecteurs, geen recht worden gedaan.
2. Het verloop van deze zitting rechtvaardigt op dit moment twee stellingen, die beide tot dezelfde conclusie moeten leiden.
3. In de eerste plaats heeft het Internationaal Gerechtshof in 1996 in zijn "Advisory Opinion" vastgesteld dat niet alleen het gebruik maar ook het dreigen met kernwapens in strijd is met het internationaal recht. De door het Hof geformuleerde ontsnappingsclausule - de internationaal-rechtelijke variant van onze noodweer - is voor Nederland niet van toepassing. Nederland heeft zich tot op heden aan deze uitspraak weinig gelegen laten liggen en niets ondernomen om z"n kernwapen-activiteiten - wat de precieze aard daarvan ook moge zijn - in overeenstemming te brengen met internationale normen. Hier schiet Nederland dus tekort.
4. In de tweede plaats verplicht het Non-Proliferatieverdrag alle aangesloten Staten tot onderhandelen. Het desbetreffende Artikel VI van dit verdrag is meer dan een vaag geformuleerde inspanningsverplichting. Het gaat hier om een keiharde resultaatsverplichting, omdat deze onderhandelingen tot vermindering en uiteindelijke afschaffing van kernwapens moeten leiden. Ook aan deze verplichting gaat Nederland voorbij. Uit niets blijkt dat Nederland deze verplichting tot op heden serieus wil nemen en Artikel VI dreigt in ons land te verworden tot een dode letter.
5. Deze twee stellingen rechtvaardigen maar één conclusie. Nederland handelt op dit moment in strijd met zijn internationale verplichtingen. Nederland pleegt internationaal-rechtelijk gezien gewoon wanprestatie; het schiet toerekenbaar tekort.
Damocles
6. Het gaat hier niet om zomaar wanprestatie. De situatie die door het onrechtmatige optreden van Nederland is ontstaan, of in stand wordt gehouden, is bijzonder ernstig. Het is onmogelijk deze situatie te beschrijven zonder in allerlei versleten clichés te vervallen. Laat ik volstaan met de herhaling van een kort citaat uit de "Advisory Opinion" van het Internationaal Gerechtshof. Ook het Hof ontkwam er niet aan enkele paragrafen te wijden aan de bijzondere karakteristieken van kernwapens:
"... These characteristics render the nuclear weapon potentially catastrophic. The destructive power of nuclear weapons cannot be contained in either space or time. They have the potential to destroy all civilization and the entire ecosystem of the planet. The radiation released by a nuclear explosion would affect health, agriculture, natural resources and demography over a very wide area. Further, the use of nuclear weapons would be a serious danger to future generations...It is imperative for the Court to take account of the unique characteristics of nuclear weapons, and in particular their destructive capacity, their capacity to cause untold human suffering, and their ability to cause damage to generations to come." (Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, General List No. 95, Advisory Opinion. 8 July 1996, paras. 35-6).
7. Dit zijn omineuze woorden van een Hof dat in de regel uitblinkt in understatements. Het gaat hier dus ook in de ogen van het Internationaal Gerechtshof om de mensheid bedreigende wapens, waarmee zo snel mogelijk korte metten moet worden gemaakt. 8. Ik gaf al aan dat de situatie in Nederland - en ook daarbuiten - eigenlijk alleen in clichés te vatten is. We leven op een tijdbom; het is twee voor twaalf en de klok tikt, boven ons hangt het zwaard van Damocles. Niet alleen Nederland, maar ook woorden schieten gewoonweg, tekort.
Burger-inspectie
9. Het mag geen verwondering wekken dat deze combinatie van onrechtmatig handelen door de overheid en dreigende nucleaire catastrofe voor heel veel burgers in Nederland onaanvaardbaar is. Dit geldt ook voor mijn cliënten, de vredesactivisten die vandaag terecht moeten staan. Zij zien het niet alleen als hun taak, maar ook als hun rechtsplicht alles in het werk te stellen om een einde te maken aan deze bedreigende en onrechtmatige situatie. Op deze rechtsplicht zal ik nog terugkomen.
10. Het kan geen kwaad nog even stil te staan bij de door onze cliënten gekozen actievorm en het doel daarvan. Om met dit laatste te beginnen: liet doel van de actie was de vliegbasis in Volkel, waar onder meer een Amerikaanse legereenheid is gestationeerd. De vredesactivisten zijn er van overtuigd dat op deze vliegbasis kernwapens zijn opgeslagen. De Nederlandse overheid hult zich, conform het NAVO-beleid, in consequent stilzwijgen. Op vragen naar de aanwezigheid van kernwapens op Volkel weigeren onze gezagsdragers in Den Haag pertinent antwoord te geven. Zelfs onze volksvertegenwoordiging is al meer dan eens met een kluitje in het riet gestuurd. De aanwezigheid van kernwapens op Nederlands grondgebied wordt door de regering ontkend noch erkend.
11. Het vermoeden van mijn cliënten komt niet uit de lucht gevallen. In het verleden hebben Nederlandse, maar ook Amerikaanse bewindslieden weleens laten doorschemeren dat er op Volkel inderdaad kernwapens te vinden zijn. En onlangs, op 13 januari 2001, verscheen nog een artikel in Vrij Nederland, waarin uitgebreid uit de doeken wordt gedaan waar en hoeveel kernwapens zich waarschijnlijk op de vliegbasis bevinden. Dit artikel is gebaseerd op geheime documenten waarop Vrij Nederland de hand heeft weten te leggen. Een kopie van dit artikel heb ik aan de pleitaantekeningen gehecht (bijlage).
12. Er is echter maar één manier om aan alle vermoedens een einde te maken en dat is door zèlf te gaan kijken. Het is om deze reden dat de burger-inspectie in het leven is geroepen. Waar de overheid zwijgt, is de burger gedwongen zelf op onderzoek uit te gaan.
13. De inspectie waaraan mijn cliënten hebben deelgenomen en waarvoor ze nu moeten voorkomen was niet onaangekondigd. Het doel van de inspectie was niet alleen het doorzoeken van de basis op de aanwezigheid van kernwapens, maar ook het genereren van publiciteit. De inspectie was aangekondigd op liet net en had niet alleen door de bemoedigende opkomst ook het karakter van een demonstratie. Het algemene proces-verbaal, dat terugkeert in leder dossier spreekt dan ook niet ten onrechte van een "demonstratieve optocht", die vooraf schriftelijk was aangemeld bij de commandant van de vliegbasis. Het was niet de bedoeling dat de inspectie ongemerkt voorbij zou gaan.
14. Dit demonstratieve karakter van de inspectie is van belang, in verband niet de vrijheid van meningsuiting de vrijheid van betoging, waar ik vandaag ook even stil bij zal moeten staan. Ook hierover later meer.
Schipbreuk
15. Het moge duidelijk zijn dat de vervolging van de vredesactivisten vandaag zal moeten stranden. Voor strafvorderlijk optreden is hier absoluut geen plaats. Er zijn een aantal wegen die, wat onze cliënten betreft. tot het gewenste resultaat zouden kunnen leiden. Ik zal ze voor u doorlopen volgens de systematiek van het Wetboek van Strafvordering.
16. Allereerst zal het openbaar ministerie in zijn vervolging niet ontvankelijk dienen te worden verklaard. Door zelf belangrijke internationaal-rechtelijke verplichtingen aan de laars te lappen, door in flagrante strijd te handelen met het internationaal recht, heeft de Nederlandse overheid het recht verspeeld om tot vervolging over te gaan van de vredesactivisten die zich wèl iets aantrekken van het internationaal recht.
17. Ik wijs u in dit verband op de nog niet zo oude uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van de kroongetuige K. Hoge Raad, 1 juni 1999, NJ 1999. 567 met noot Schalken). Het openbaar ministerie had deze kroongetuige de toezegging gedaan dat een opgelegde gevangenisstraf niet ten uitvoer zou worden gelegd. Het Hof heeft het openbaar ministerie hierop niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze toezegging - kort gezegd - in strijd is met de wet. Deze uitspraak is later door de Hoge Raad bevestigd. Onrechtmatig optreden van de overheid kan en moet in sommige gevallen dus tot niet-ontvankelijkheid leiden. Het Zwolsman-criterium maakt dus niet langer alleen de dienst uit en ook de Schutznorm heeft door de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van kroongetuige K. aan belang in moeten boeten. Als de overheid een algemeen, fundamenteel rechtsgoed schendt, zoals in deze zaak evident het geval is, dan is niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie de enig juiste sanctie. En dat geldt te meer indien de overheid de belanden van alle burgers, dus niet alleen van de activisten, op zo een fundamentele wijze veronachtzaamd.
Noodtoestand
18. Het tweede, subsidiaire, verweer is dat de actievoerders van vandaag moeten worden ontslagen van rechtsvervolging, omdat zij gehandeld hebben uit overmacht in de zin van noodtoestand. Dit verdient een toelichting.
19. Allereerst dient hier te worden geconstateerd dat er sprake is van een noodsituatie. De dreigende aanwezigheid van kernwapens in Nederland wordt vaak omschreven als een acute noodsituatie van chronische aard. Hoe acuut het probleem is en hoe chronisch de aard, zal ik niet opnieuw herhalen. Voldoende is hier de vaststelling dat de nood actueel en concreet is. De clichés zal ik verder laten voor wat ze zijn, omdat ze de werkelijke ernst van de situatie uiteindelijk uitsluitend tekort kunnen doen.
20. Geconfronteerd met deze noodsituatie hebben mijn cliënten gekozen voor de eerder genoemde burger-inspectie. Hierbij hebben zij bewust het risico voor lief genomen
dat zij strafbepalingen zouden overschrijden. Er is dus sprake van een klassiek conflict van plichten of belangen. Aan de ene kant de plicht om de strafwet na te leven. En aan de andere kant de verplichting om aan de onrechtmatige aanwezigheid van de kernwapens op Nederlands grondgebied een einde te maken. De vredesactivisten zien het als hun maatschappelijke plicht voor het belang van een kernwapenvrij Nederland op te komen.
21. En daarbij beroepen zij zich vaak op het zogenaamde Neurenber-principe of, beter gezegd, het verlengde daarvan. Een van mijn cliënten heeft dat bij haar aanhouding mooi onder worden weten te brengen in een speciaal voor de gelegenheid opgestelde verklaring. Ik doel op Margreet Blaak, die hierover het volgende heeft doen optekenen:
"Als bewoner van Nederland ben ik medeverantwoordelijk voor het rechtsondermijnende handelen van de Staat en heb ik (volgens de Neurenberg-principes) niet alleen het recht maar ook de plicht om te proberen de staat daarvan te weerhouden." (Margreet A. Blaak, 0 1 /050297-99, proces-verbaal, p. 18).22. In het verlengde van de uitgangspunten van de Neurenberg-jurisprudentie stellen mijn cliënten zich op het standpunt dat zij als Nederlands onderdaan verplicht zjjn in te grijpen als de Nederlandse overheid in strijd met het internationaal recht handelt. In feite stellen zij zich hiermee op één lijn met de ondergeschikte die zich niet mag beroepen op een bevel van hogerhand om zich op die wijze aan zijn of haar internationale strafrechtelijke aansprakelijkheid te onttrekken. Deze ondergeschikte heeft net als de burgers die vandaag terecht moeten staan de plicht alles in het werk te stellen om te voorkomen dat hij of zij (mede-)verantwoordelijk kan worden gehouden voor schendingen van het internationaal recht. Desnoods met overtreding van ondergeschikte bepalingen uit het nationale recht van de betrokken staat.
23. De vredesdemonstranten hebben dus een afweging gemaakt van de in het geding zijnde belangen. Het mag geen verbazing wekken dat ze daarbij het belang van een kernwapenvrije wereld het zwaarst hebben laten wegen. Het gaat in de woorden van het Internationaal Gerechtshof immers om het voorkomen van een nucleaire catastrofe en wapens die de potentie hebben alle menselijke beschaving en het gehele ecosysteem te vernietigen. Bij deze bedreiging valt het beschadigen van een uit veredeld kippengaas opgetrokken hekwerk in de ogen van mijn cliënten in het niet.
24. Gezien de geschetste omstandigheden is de door de vredesactivisten Gemaakte keuze, dus redelijk geweest. Het geschonden strafrechtelijke belang valt in het niet bij het maatschappelijk belang dat hier in het geding is. Het gaat hier in feite om liet prototype van overmacht in de zin van noodtoestand.
25. Terzijde dient hier nog te worden opgemerkt dat het niet van belang is of de activisten weloverwogen gehandeld hebben. Een weloverwogen keuze staat tegenwoordig een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand niet meer in de weg. De gehele euthanasie-.jurisprudentie is hier het uitgelezen voorbeeld van. Onze cliënten hebben na rijp beraad, weloverwogen, gekozen voor een actiemiddel - de aangekondigde burger-inspectie - dat proportioneel is en bovendien een zinnige bijdrage kan leveren aan het door hen beoogde doel: het in kaart brengen èn het aan de kaak stellen van de Nederlandse rol in de kernbewapening. Het is jammer dat ze allemaal al in een vroeg stadium in de kraag zijn gevat.
26. Alle vredesactivisten moeten dus worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat ze gehandeld hebben uit overmacht in de zin van noodtoestand.
Artikel 94 Grondwet
27. Er is nog een reden waarom onze cliënten van alle rechtsvervolging dienen te worden ontslagen. De op de tenlastelegging voorkomende strafbepalingen moeten in dit specifieke geval namelijk buiten toepassing worden gelaten omdat zij in strijd zijn met hogere regelgeving: de vrijheid van meningsuiting en betoging zoals onder meer neergelegd in art. 10 EVRM.
28. Met een gerust hart kunnen we hier uitgaan van een tweetal premissen.
29. Allereerst staat vast dat er hier sprake was van een demonstratie, die valt onder het bereik van art. 10 EVRM. Het was geen geniepige inspectie, maar juist een actie die tot doel had zo veel mogelijk aandacht te trekken voor de goede zaak. De inspectie was op internet aangekondigd en de actievoerders waren zelfs zo vriendelijk geweest de "basiscommandant" van te voren van hun voornemen op de hoogte te stellen. 30. Verder staat ook vast dat door het optreden van justitie op dit grondrecht een inbreuk is gemaakt. Door alle actievoerders in te rekenen is een einde gemaakt aan de demonstratieve Inspectie van de vliegbasis.
31. De vraag die zich hier vooral opdringt is of het ingrijpen van justitie in dit specifieke geval gerechtvaardigd is geweest. Of het optreden van de overheid noodzakelijk is geweest in een democratische samenleving, of de justitiële autoriteiten een juiste afweging hebben gemaakt van alle betrokken belangen. Het zal u niet verbazen dat het antwoord op deze vragen in de ogen van mijn cliënten ondubbelzinnig ontkennend moet zijn. Het zou mij verbazen als justitie überhaupt aan de afweging van belangen is toegekomen.
32. Bij dit alles dienen wij in het achterhoofd te houden dat het eigenlijk zo goed als onmogelijk is een demonstratie te doen plaatsvinden, zonder daarbij tevens een strafrechtelijke regel te overschrijden. Zeker als je met de demonstratie enige aandacht wilt trekken. De APV 's wemelen van de strafbepalingen en van de plak- en ventverboden. Het is onmogelijk de straat op te gaan zonder daarbij ook het verkeer te hinderen. Een overtreding van de Wegen- en Verkeerswet is zo gemaakt. Om maar te zwijgen over de hele problematiek rond art. 184 Sr.: het niet opvolgen van een ambtelijk bevel. In Nederland wordt dit artikel volstrekt ten onrechte, als een soort strafrechtelijke deus ex machina, uit de kast gehaald als de politie niet meer weet hoe aan een volstrekt legitieme demonstratie een einde te maken. Daar kunnen alle actievoerders die vandaag zijn gedagvaard uit eigen ervaring over meepraten. 33. Voorbeelden van grote ordeverstorende demonstraties zijn Iegio; demonstraties waarbij strafbare feiten werden gepleegd en justitie het niet noodzakelijk vond in te grijpen. Ik zal mij beperken tot twee voorbeelden.
33. Allereerst de wilde actie van vrachtwagen- en andere chauffeurs tegen de stijgende dieselprijzen. Half Nederland was verlamd, zonder dat iemand het nodig vond strafrechtelijk in te grijpen.
35. Dit zelfde geldt voor de meer recente blokkade van zeevissers van zo goed als alle belangrijke Noordzee-havens. Justitie was niet geïnteresseerd. Dit in tegenstelling tot de activisten van Milieudefensie die enige tijd geleden in de haven van IJmuden een schip met oerbossenhout enige uren symbolisch aan de ketting hadden gelegd. Ze werden allemaal subiet aangehouden en zijn inmiddels ook in hoger beroep tot forse boetes veroordeeld.
36. Blijkbaar was justitie bij deze diesel- en visdemonstraties van mening dat de belangenafweging in het voordeel van de chauffeurs en de vissers uit moest vallen. De dieselrijdende politie-agenten konden zich waarschijnlijk heel goed in het ongenoegen van de demonstrerende chauffeurs inleven. Bij vredesactivisten heeft justitie daar telkens grote moeite mee, terwijl het 'belangencontrast' in deze zaak natuurlijk veel groter is. Niemand heeft mij nog kunnen uitleggen waarom het belang van een stuk hek zwaarder zou moeten wegen dan het belang van een kernwapenvrije en daarmee veiliger samenleving.
37. Het is duidelijk dat die belangenafweging, nooit gemaakt is. En als die al door de verantwoordelijke autoriteiten gemaakt is dan is die onjuist uitgevallen. Daarom is in deze zaak sprake van een schending van de vrijheid van meningsuiting zoals verankerd in art. 10 EVRM.
38. In dit specifieke geval betekent dit alles hoe dan ook dat de in de tenlasteleggingen beschreven gedragingen wel kunnen worden bewezen, maar niet gekwalificeerd als strafbare feiten (zie hierover: Mr. G.J.M. Corstens, derde druk, 1999, 18.13, p. 675). De Nederlandse strafbepalingen moeten vandaag buiten toepassing blijven, omdat toepassing daarvan strijd zou opleveren met de in het EVRM neergelegde verplichtingen.
Kanttekening
39. Terzijde moet hier nog een niet onbelangrijke kanttekening worden gemaakt. Uit de door het Internationaal Gerechtshof gegeven beschrijving van de dreigende nucleaire catastrofe blijkt dat hier ook het recht op leven en het verbod op een onmenselijke behandeling in het geding zijn, zoals gegarandeerd in onder meer art. 2 en 3 EVRM. Het is in dit kader interessant te weten dat het Human Rights Committee, dat verantwoordelijk is voor de controle op de naleving van het BUPO-verdrag, in 1984 al heeft vastgesteld dat kernwapens een groot levensbedreigend risico zijn:
"the designing, testing, manufacture, possession, and deployment of nuclear weapons are among the greatest threats to the right of life which confronts mankind today". (General comment 14(23) on Article 6 of the Covenant, 2 November 1984. U.N. General Assembly Official Records, 40th Session, Supp. No. 40 (Doc. A/40/40), Report of the Human Rights Committee, p. 162, Annex VI).
40. Ook deze fundamentele grondrechten staan, net als de vrijheid van meningsuiting en betoging, verdere vervolging van de vredesactivisten in de weg. Ook deze grondrechten staan kwalificatie van de in de tenlastelegging opgesomde gedragingen in de weg. Nog een reden om onze cliënten van alle rechtsvervolging te ontslaan.
Laatste woord
41. Ik citeerde u al uit een door Margreet Blaak opgestelde verklaring. Het kan geen kwaad om daarmee te besluiten, al was het maar omdat zij bij haar aanhouding deze dag al voorzag:
"Als bewoner van Nederland ben ik medeverantwoordelijk voor liet rechtsondermijnende handelen van de Staat en heb ik (volgens de Neurenberg-principes) niet alleen het recht maar ook de plicht om te proberen de staat daarvan te weerhouden. ... Ik sta erop dat mijn kleine overtreding door een onafhankelijke rechter wordt afgewogen tegen de grote overtreding die de Nederlandse overheid begaat ten opzichte van het Internationaal recht en het door haar ondertekende NPV [Non-Proliferatieverdrag]."
(Margreet A. Blaak, 0 1/050297-99, proces-verbaal, p. 18).
Het openbaar ministerie heeft deze afweging niet willen maken; het woord is nu aan de rechter.