menu
spacer
 
| de vredessite / midden-oosten 2010 |
 
 
 
NAVO vraag Nederland om nieuwe missie in Afghanistan
 
10 februari 2010 - Nadat het kabinet gisteren een 'Kamerbrief inzake kennisgeving' naar de Tweede kamer stuurde (zie onderaan), volgde vandaag de 'Kamerbrief d.d. 10 februari 2010 over kennisgeving inzake Task Force Uruzgan' in antwoord op vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. Daabij gevoegd ook de brief van Navo Secretaris-Generaal Rasmussen aan Minister-President Balkenende. (Link opent PDF in nieuw venster). [Red.]
 
 
Kamerbrief d.d. 10 februari 2010 over kennisgeving inzake Task Force Uruzgan
 
Kamerbrief | 10 februari 2010 | Afghanistan
 
Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 9 februari 2010 met kenmerk 2010Z02514/2010D07125 naar aanleiding van de Kamerbrief inzake Kennisgeving Task Force Uruzgan.
 
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
 
De Minister van Defensie,
E. van Middelkoop
 
Vraag 1
Wanneer heeft de regering het bovengenoemde verzoek van de NAVO precies ontvangen?
 
Vraag 2
Voor welke datum ontvangt de Kamer de toegezegd nadere informatie?
 
Vraag 3
Wat is het karakter van de Afghaanse veiligheidstroepen, zoals vermeld in de notificatiebrief van 9 februari 2010?
 
Vraag 4
Wat bedoelt de regering met “hoe de bestendiging kan worden verzekerd van de resultaten die door de Nederlandse militairen en civiele opbouwwerkers zijn geboekt”?
 
Vraag 5
Is er sprake van een geografische duiding in het verzoek van de NAVO?
 
Antwoord
 
Het verzoek van de NAVO is neergelegd in een brief dd 4 februari 2010 van de Secretaris-Generaal aan de Minister-President. Teneinde de Kamer ter zake volledig te informeren en misverstanden over de inhoud van het verzoek te voorkomen, is copie van de brief bijgevoegd. De brief is die dag aan het begin van de middag ontvangen.
 
In zijn brief verzoekt de Secretaris-Generaal de Nederlandse regering een nieuwe, kleinere bijdrage aan ISAF in Uruzgan te overwegen gedurende de periode 1 augustus 2010 tot 1 augustus 2011. De Secretaris-Generaal geeft de verzekering dat Nederland op 1 augustus 2010 zal worden afgelost als lead nation in Uruzgan en zich uit de TFU kan terugtrekken, en dat de beeindiging van de gevraagde nieuwe trainings- en overdrachts-missie per 1 augustus 2011 wordt vastgelegd in de operationele planning van ISAF.
 
Zoals vermeld in haar brief van 9 februari aan de Kamer, onderzoekt de regering, gelet op het Toetsingskader, thans de mogelijkheid en wenselijkheid van een missie. Indien dit onderzoek leidt tot een besluit over inzet van eenheden van de krijgsmacht zoals bedoeld in artikel 100 van de Grondwet, zal de regering de Kamer daarover informeren overeenkomstig de geldende regels en afspraken. De regering bevestigt dat zij voornemens is de Kamer spoedigst nader te informeren nadat zij tot een verantwoord besluit is gekomen.
 
De brief van Navo Secretaris-Generaal Rasmussen van 4 feb. (PDF opent in nieuw venster).

 

 
Kamerbrief inzake kennisgeving
 
Kamerbrief | 9 februari 2010
 
Op 1 augustus 2010 wordt, zoals bekend, de leidende verantwoordelijkheid voor ISAF-Uruzgan door Nederland overgedragen aan een ander land. Het is de verantwoordelijkheid van de NAVO in de opvolging te voorzien. Op 1 augustus 2010 eindigt in elk geval de huidige Nederlandse missie in Uruzgan, die begon in augustus 2006.
 
Zoals bekend, heeft de NAVO besloten haar strategie in Afghanistan bij te stellen. Meer dan voorheen is de strategie nu gericht op transitie van verantwoordelijkheden aan de Afghaanse autoriteiten. Met deze bijgestelde strategie is op 28 januari j.l. ingestemd door de Londen Conferentie over Afghanistan. De daarin beoogde overdracht van verantwoordelijkheden maakt een versnelde en geďntensiveerde inspanning op het gebied van training en opleiding noodzakelijk.
 
Nederland heeft recent een verzoek van de Secretaris-Generaal van de NAVO ontvangen een kleinere en in tijd begrensde bijdrage aan ISAF te leveren. Deze bijdrage zou zich specifiek moeten richten op training van Afghaanse veiligheidstroepen en op overdracht van verantwoordelijkheden aan Afghaanse autoriteiten.
 
Hierbij informeert de regering de Kamer dat zij, gelet op het Toetsingskader, thans de mogelijkheid en wenselijkheid hiertoe onderzoekt. In haar onderzoek betrekt de regering, naast andere opties, ook hoe de bestendiging kan worden verzekerd van de resultaten die door Nederlandse militairen en civiele opbouwwerkers zijn geboekt gedurende de inzet van de Task Force Uruzgan (TFU).
 
De regering is voornemens de Kamer terzake spoedigst nader te informeren, mede in het licht van het dictum van de motie Van der Staaij.
 
De Minister van Buitenlandse Zaken,
 
Drs. M.J.M. Verhagen
 
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
 
Drs. A.G. Koenders
 
De Minister van Defensie,
 
E. van Middelkoop
 
 
terug/back | de vredessite / midden-oosten 2010 |