Oproep tot een parlementair debat over een VN-overgangsbewind voor Afghanistan
De Verenigde Naties moeten nu handelen om een langdurig conflict in Afghanistan te voorkomen.
Den Haag, 12 oktober 2001 - In een brief aan de fracties in de Tweede Kamer doen het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en Pax Christi vandaag een dringende oproep nu een politieke debat te openen over de noodzaak van een overgangsregering onder leiding van de Verenigde Naties in Afghanistan.
Het instellen van zo’n "United Nations Transitional Authority" (UNTA) moet voorkomen dat de strijd in Afghanistan ontaardt in een bloedige oorlog van iedereen tegen iedereen. Dat risico is groot nu de strijd zich lijkt toe te spitsen op enkele grote steden, in het bijzonder Kabul. Wellicht wordt straks in elke straat en om elk huis gevochten tussen de verschillende groeperingen in Afghanistan, eens te meer als ook het netwerk van Osama bin Laden zich in één van de steden mocht verschansen. Dit ‘Grozny’ (Tsjetsjenië)-scenario is niet langer denkbeeldig en zal de organisatie van bin Laden welgevallig zijn zeker als er ook nog eens troepen uit de Verenigde Staten en elders in kunnen worden meegezogen.Via een parlementair debat over een nadrukkelijke rol voor de VN in de verdere ontwikkelingen rond Afghanistan hopen wij dat ook in andere landen en tenslotte in de Veiligheidsraad een besluit genomen zal worden zo’n UNTA in te stellen. Door een heldere positiekeuze kan wellicht de strijd een andere wending nemen, zonder dat de beide doelstellingen, te weten: bestrijding van het terrorisme en bescherming van de bevolking, in gevaar komen.
Informatie voor de pers:
Onderstaand treft u de tekst aan van de brief aan de fracties van de Tweede Kamer. Voor meer informatie of aanvragen voor interviews kunt u contact opnemen met het IKV, Monica Smits: 070 350 71 00, e-mail: jmuller@ikv.nl.
Aan de fractie van de (partij) in de Tweede Kamer
Den Haag, 11 oktober 2001
Zeer geachte dames en heren,
Het is zonneklaar dat de aanslagen van 11 september om een respons vragen. De strijd tegen het internationaal terrorisme moet worden gevoerd. Met terroristische organisaties en met regimes die hen beschermen of zelfs steunen mogen geen compromissen gesloten worden over de bestrijding van het terrorisme, omdat met terroristen en hun aanhangers geen vergelijk mogelijk is. De wijze waarop tot nu toe met het Taliban regime in Afghanistan is omgegaan, is juist geweest. Het regime is wekenlang onder politieke, diplomatieke en financiële druk gezet om het netwerk van Osama bin Laden op te rollen en uit te leveren voor berechting. De respons daarop is ver beneden de maat gebleven. Toen bleef er weinig anders over dan ook militaire kracht in te zetten, met het uitsluitende doel om met behulp van dit extra middel de weg te openen naar een definitieve ontwrichting van de terroristische netwerken in Afghanistan. Het is inderdaad van groot belang dat op korte termijn Osama bin Laden en andere sleutelfiguren worden uitgeschakeld en zo mogelijk gearresteerd, en dat onherstelbare schade wordt toegebracht aan hun fysieke infrastructuur en economische en financiële belangen. Wij vinden dat verdere acties en een eventuele Nederlandse betrokkenheid daarbij op deze doelstellingen moeten worden beoordeeld.
Met deze brief willen wij tevens uw aandacht vragen voor een ander punt.
Ook al wordt er veel aan gedaan om te voorkomen dat de burgerbevolking van Afghanistan niet mede slachtoffer wordt van de militaire (en andere) acties die worden uitgevoerd door de internationale gemeenschap, toch is het niet mogelijk alle gevolgen te voorkomen. Natuurlijk slaan mensen in grote getale op de vlucht. Natuurlijk worden de levensomstandigheden nog ellendiger dan ze al waren. De voedseldroppings kunnen onmogelijk een adequaat antwoord vormen op deze dramatische en diepingrijpende gevolgen. Misschien hebben ze zelfs wel een averechts effect, omdat de hulp op deze manier gepolitiseerd wordt. De situatie zoals die zich nu ontwikkelt mag dan ook niet te lang duren. Een tweede ‘Irak”, waar de bevolking nu al meer dan tien jaar lijdt, mede onder de gevolgen van internationale maatregelen (diplomatiek, financieel en militair) tegen dat land, moet voorkomen worden.Zowel president George Bush als premier Tony Blair hebben laten weten dat zij werken aan de vervanging van het Taliban regime. In plaats daarvan wensen ze een brede coalitie van allerlei (etnische) groeperingen in het zadel te zetten, waaronder in het bijzonder de groepen die nu tot de Noordelijke Alliantie behoren. Wie Afghanistan kent weet hoezeer al deze groepen deel hebben gehad aan de complexe en bloedige recente geschiedenis van het land. Tienduizenden slachtoffers zijn er gevallen en niet alleen door toedoen van de Taliban. Zo’n brede coalitie, voorgestaan door Bush en Blair, is dan ook allerminst een garantie voor stabiliteit, laat staan dat daardoor een perspectief van vrede en vooruitgang geopend wordt voor de bevolking van Afghanistan. Een brede coalitie is ongetwijfeld nodig, maar zeker niet voldoende om Afghanistan uit het moeras te trekken waar het nu al vele jaren in vastzit.
Het huidige optreden van de internationale gemeenschap in Afghanistan, legt een grote verantwoordelijkheid voor de toekomst van dat land op onze schouders, ook op die van Nederland. Wij willen er voor pleiten geen oplossingen te propageren waarvan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat ze niet zullen gedijen. Oplossingen die geen perspectief bieden aan de lijdende bevolking van het land, moeten niet worden gesuggereerd. Oplossingen die het terrorisme in Afghanistan niet definitief de kop in zullen en kunnen drukken, al evenmin. Het vormen van een brede coalitie is, zoals gezegd, een noodzakelijke stap, maar de internationale gemeenschap dient zichzelf verantwoordelijk te weten voor de duurzaamheid en de effectiviteit van deze nieuwe coalitie. Daarom lijkt het ons gewenst te bezien of Afghanistan niet onder VN-supervisie moet worden geplaatst. Een VN-bestuur zou tijdelijk het hoogste gezag moeten kunnen uitoefenen in het land en samen met de brede coalitie ervoor moeten zorgen dat de basis gelegd wordt voor een gedegen en verantwoord zelfbestuur, voor de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, voor het herstel van de infrastructuur, en last but not least de opbouw van een ‘civil society’. Ook zal er in Afghanistan een internationale vredes- c.q. politiemacht moeten worden gelegerd die de stabiliteit in het land moet bewaken. Speciale eenheden zullen moeten worden belast met het bestrijden en uitroeien van het terrorisme. Dat is nodig, omdat de huidige operaties van de internationale gemeenschap niet voldoende zullen en kunnen zijn om het terrorisme geheel uit te schakelen.
Graag zouden wij op korte termijn met u een overleg willen hebben over de merites van dit voorstel en over de mogelijkheden om de gedachte van een “UN Transitional Authority” (UNTA) voor Afghanistan politiek in discussie te brengen. Een verdere detaillering van het voorstel wordt door ons inmiddels uitgewerkt en zal tijdens dit overleg aan u worden gepresenteerd.
Met vriendelijke groeten,
Theo Brinkel
Algemeen Secretaris Pax ChristiMient Jan Faber
Algemeen Secretaris IKV