In Ramallah
Sonja van Wier
Ramallah, dinsdag 25 januari - Hier zijn we vorig jaar ook geweest. Bij checkpoint Qalandiya dat tussen Jeruzalem en Ramallah ligt. Dagelijks komen er 80.000 mensen langs. Dat kunnen veertigduizend zijn die heen en terug gaan. We weten het niet. Het is er stampdruk. Vorig jaar hebben we er betoogd. Met twee groepen vrouwen kwamen we van weerskanten naar het controlepunt toe. We wilden Palestijnen en Israeli door een lint dat een halve kilometer lang was met elkaar verbinden. Dat lukte niet, maar de actie was een groot sukses. Samen met Palestijnen maakten we het V-teken. Samen lachen. Hoe zal het nu bij Qalandiya zijn?
Die muur stond er vorig jaar niet. Ja, hij stond er wel, maar was nog ver weg. Metershoog is hij nu, en dichtbij. Paralel ermee loopt een tweebaans weg die de traditionele Palestijnse weg zal gaan kruisen. Wordt die gelijksvloers? Ik betwijfel het. Overal waar zich dit soort kruisingen voordoen, leggen de Palestijnen het loodje. Hun weg wordt vernield. Ze moeten maar gaan lopen. Geen Palestijn die het nu weet. Ze wachten af. De muur die wij zien blijkt niet eens de echte muur. Die staat verderop.
Intussen krabbelt het dagelijks leven van de Palestijnen verder. Net als overal elders bij checkpoints is ook hier bij Qualandiya een markt ontstaan waar de "voorbijgangers van het checkpoints " van alles kunnen kopen. Ik wil nu Cruyff niet citeren, want dit is niet zo leuk. Die bedelaars, die waren er toch vorig jaar niet? Zo is de situatie van de Palestijnen verslechterd. Bij gebrek aan werk, bij gebrek aan sociale voorzieningen (het sociale vangnet van Hamas daargelaten) zijn sommigen tot bedelen gedwongen. Intens trieste kinderen die van alles verkopen. Ze blijven maar om ons heen hangen. Logisch, want we hebben ze wat gegeven. Dat kan hier gewoon niet anders.'s Middags zijn we in het kantoor van Defence for Children International afdeling Palestina om met de advocaat Khaled Quzmar te gaan praten. Lisa Hoelen heeft hem op het Internationaal Sociaal Forum in Amsterdam ontmoet en een afspraak geregeld. In zijn kantoor hangt een Poster " Stolen Youth", de jeugd die Palestijnse kinderen maar al te vaak ontstolen wordt. Dit jaar zijn er in de leeftijdsgroep tussen 12 en 17 jaar achthonderd kinderen gearresteerd. Driehonderdvijftig zitten in Israelische gevangenissen, onder wie zeven van 11 en 12 jaar oud. Soms krijgen kinderen levenslang. "Dat is in strijd met het internationaal recht", zegt Quzmar. Vaak kunnen ouders hun gevangen kind niet opzoeken. Ze zien het hooguit enkele minuten tijdens de rechtszitting. Vooral de kinderen uit de vluchtelingenkampen zijn het slachtoffer. Quzmar heeft de soldaten wel eens gevraagd: "What's your feeling on it..?" maar ze durven hun mond niet open te doen. Kinderen worden gewoonlijk 's nachts van hun bed gelicht. Ze zijn spookbang voor de soldaten. Quzmar zelf is het ook. "Voor de rechtbank kan ik misschien winnen zegt hij, maar bij militairen lukt dat niet. Ze slaan zonder verhoor. Ze straffen. De waarheid doet er niet toe. Als er maar een bekentenis komt. Het grootste deel van de strafzaken wordt voor militaire rechtbanken afgehandeld. Van de kinderen krijgt 95% het vonnis " schuldig". Ze slaan bij verhoren door, of ze nu schuldig zijn of niet. Bij burgerrechtbanken is het resultaat precies andersom. Van de kinderen blijkt 95 % onschuldig. Maar dan zijn ouders of advocaat bij het verhoor. Dan doen de feiten er wel toe.
Als de kinderen tijdens verhoren zich niet laten dwingen tot een bekentenis, laat het leger een Palestijnse collaborateur op ze los. Veelal hebben kinderen hem wel door en bekennen niet. Hij echter heeft marteltuig tot zijn beschikking. Daar zijn kinderen niet tegen bestand. Onlangs werd een Palestijns kind bij criminelen in de gevangenis gezet. Het voordeel ervan was dat hij mocht telefoneren, hij kon bezoek ontvangen en kreeg ook nog eens strafvermindering. De Zweedse regering heeft in het Europees Parlement de wijze waarop Israel de mensenrechten van het kind schendt aangekaart. De Eerste Juni is tot Internationale Dag van Solidariteit met het Palestijnse kind uitgeroepen..
Terug naar het checkpoint, want we moeten naar huis, terug naar Jeruzalem dus. Weer langs t Qalandiya, waar nu de vrouwen van Machsom Watch hun werk doen. Opletten en zo nodig misdragingen van soldaten aan mensenrechtenorganisaties rapporteren. Eén van de vrouwen zegt dat de situatie van de Palestijnen steeds hopelozer wordt. " Ze doen telkens één stap vooruit en twee achteruit". Al die honderden Palestijnen die hier stuk voor stuk door de controle moeten. Papieren laten zien, tassen openmaken. Een vrouwelijke soldaat wordt door een andere vervangen. Ze staan er alleen voor, maar overal om hen heen, gecamoefleerd en op wachttorens, soms achteloos leunend tegen een hek, staan soldaten met geweren.
In Ha'aretz van vandaag staat een simpel bericht. Met ingang van 1 juli van dit jaar mogen inwoners van Oost Jeruzalem niet meer naar Ramallah. De functie van de muur, die niet eens de echte muur was, hoewel hij acht meter hoog is, wordt nu ineens duidelijk. Zo schrijdt in Israel de bezetting voort. Of is dit erger?