De Standaard
13 januari 2003
Van onze redacteur Guy TegenbosHet Amerikaanse leger trekt via Antwerpen troepen en materieel weg uit Duitsland, richting Irak. Dat veroorzaakte politieke onrust afgelopen weekend omdat niemand vooraf goed geďnformeerd was en omdat blijkt dat onze politici er niets aan te zeggen hebben. Dat laatste is altijd extra pijnlijk in een verkiezingsperiode.
De kat werd vrijdagavond de bel aangebonden door de burgemeester van Sint-Niklaas, Freddy Willockx (SP.A). Die werd plots verzocht enkele van zijn schaarse politieagenten naar een hotel te sturen omdat daar Amerikaanse militairen zouden verblijven. Die zouden het transport van troepen en materieel voorbereiden naar Irak. Willockx weigerde dienst. Niet zozeer wegens de politiek tegenover Irak, maar omdat hij dit niet de taak van zijn lokale politieagenten vond. Daarover kreeg hij later gelijk. Het Belgisch leger moet daarvoor instaan.
Hij noch anderen hadden dit gezegd, maar zijn mededeling werd meteen begrepen als: België werkt mee aan een inval van de Amerikanen in Irak, nog voor de beslissing van de Verenigde Naties.
CD&V greep die onuitgesproken interpretatie aan om Agalev en de regering opnieuw in de tang te nemen over Irak. Had Agalev ingestemd met die transporten, vroeg CD&V'er Pieter De Crem. Zo ja, dan had die partij voor de zoveelste keer het hoofd moeten buigen. Wist Agalev daarentegen van niets, dan waren ze bedrogen door de premier en de minister van Defensie, zo klonk het.
Er kwam intussen geen precies antwoord op de vragen over de transporten. Wanneer komen ze? Waarom via Antwerpen? Met hoeveel zijn ze? Met welk materieel? Zondagavond bleven nog veel vragen onopgelost. Defensie zegt dat de troepen vandaag al komen. Diverse bronnen bevestigen dat. Maar controle ter plekke leert dat dat onwaarschijnlijk is: er stond gisteren nog geen tent overeind.
Het gebrek aan informatie wakkerde de politieke onduidelijkheid aan. "Wij wisten van niets", zei Peter Vanhoutte (Agalev) gistermiddag. "Onze vice-premier was op de hoogte", zei Dirk Vandermaelen (SP.A).
Vice-premier Jef Tavernier (Agalev) verduidelijkte later zondagnamiddag, dat de vice-premiers zaterdagmiddag op de hoogte waren gebracht door de minister van Defensie, André Flahaut. "Ik misschien iets later dan de andere vice-premiers, want Flahaut had mijn gsm-nummer niet", zei Tavernier.
De regeringspartijen poogden de heisa in te dammen. Dirk Vandermaelen (SP.A): "Ik heb een probleem met deze troepenbewegingen maar kan er niets tegen doen. Mijn probleem is dat ze deel uitmaken van de voorbereiding van een oorlog waarvan de Verenigde Naties nog niet beslist heeft dat die gerechtvaardigd is. Maar ik kan er niets aan doen want zo'n transport valt onder de "vrijheid van verkeer van personeel en materieel" waarover de Navo-landen een onderling akkoord hebben.
Bij de VLD'er Stef Goris luidde het in wezen niet anders. "Ik ben tegen die oorlog als hij niet door de Verenigde Naties wordt goedgekeurd, maar dit transport valt onder de routinetransporten waarvoor geen toelating nodig is. Als morgen Amerikaanse vliegtuigen hier komen tanken voor ze Irak gaan bombarderen, ligt dat anders."
Peter Vanhoutte (Agalev): "Dit is routinetransport volgens een internationaal akkoord. Dat akkoord opzeggen voor zoiets, dat willen we niet. Maar de Amerikanen hadden minstens de beleefdheid kunnen hebben ons vooraf duidelijke informatie te verstrekken."