Brechts 'Jeanne d’Arc' in tijden van crisis en welvaart
Vóór 1929 had Bertolt Brecht al maatschappijkritische stukken geschreven, zoals : 'Baal', 'Trommelen in de nacht', 'Mann ist Mann' en enkele 'leerstukken'. Als marxist vond hij dat het publiek in het theater niet mocht wegdromen in illusies, maar gestimuleerd moest worden kritische vragen te stellen over de gang van zaken in de maatschappij.
Crisisjaren
Op 24 oktober 1929, stortte na de beurskrach de wereldmarkt in. Na een 'schijnwelvaart' met overspanning, overproductie, onverantwoord optimisme, volgde de ineenstorting. Een ongekende crisis volgde. Miljoenen voordien hardwerkende mensen werden ineens werkloos. Zij moesten op slag en stoot hun hand ophouden voor een té geringe steun. Zij liepen bedelend om werk langs de straat. Armoede, honger, vernedering alom. Brecht reageerde met een fel en kritisch stuk.Een parabel
Brecht koos, zoals hij meer zou doen (bijvoorbeeld in 'Moeder Courage en haar kinderen') zowel voor de aloude vorm van het klassieke drama als voor een gelijkenis, de 'parabel'. Plaats van handeling was een vleesfabriek met aan het hoofd de 'vleeskoning', Mauler genaamd. Dit als model voor het kapitalisme. Als de zaak slechter dreigt te gaan, veinst hij medelijden met de dieren te hebben en geeft voor daarom de zaak te moeten inkrimpen en de arbeiders te moeten ontslaan. Maar hij wil in feite zijn bezit en kapitaal veilig stellen en stort daarmee zijn werklui in armoede. Mauler sjoemelt met aandelen, laat de markt vastlopen, bewerkt schaarste en weet na stagnatie zijn handel weer tot nog groter bloei te brengen. Zijn kapitaal is zelfs gegroeid ten koste van de arbeiders en hun gezinnen.
Johanna (Jeanne) is luitenant van het Leger des Heils, dat hier (mijns inziens ten onrechte) model staat voor de religie die na een hier op aarde geduldig gedragen lijden, hemelse zaligheid belooft. Na vreselijke ervaringen verlaat Jeanne het Leger om te ondervinden wat koude, onrecht en armoede is. Zij geeft, omdat zij tegen geweld is, de brief die tot staking oproept niet door. Daardoor kan Mauler de oude situatie herstellen. De 'orde' is gered. Jeanne beseft haar verraad aan de arbeiders en sterft als de heldin in een klassiek drama.Toneelgroep Amsterdam speelt Jeanne d'Arc in 2000
De jonge regisseur, Falk Richter, wil Jeanne d' Arc van de slachthuizen (Global Crisis! Jesus Loves You) plaatsen in het jaar 2000 en vragen oproepen zowel ten aanzien van economie en religie als over arbeiders en bestuurders van onze tijd. Opdat het niet zal komen tot een ‘global crash’.
Het immens grote toneel, waarvan de achterwand 'Brechtiaans' half open is, toont een boog in Art Deco stijl. Tegen de achterwand worden onder andere beelden geprojecteerd hoe een koe geslacht wordt en hoe de beurs floreert. De grote hal lijkt een mediacomplex met TV-monitoren en video's waarop de beurskoersen te zien zijn. Aldus onze huidige wereld.Slechts een tiental burgers in sjofele kleding vertegenwoordigen de vele arbeiders. Mauler (Titus Muizelaar) speelt de huichelachtige en geslepen 'baas' van alle tijden. Hij doet alsof hij zeer gevoelig is, maar hij is een huichelaar die slechts aan eigen kapitaalvermeerding denkt. Hij speelt bekoord te zijn door Jeanne (Marieke Heebing). Daar is enige aanleiding toe. Gestoken in een kort jasje met rode zijde aan de binnenkant van de mouwen akteert zij uitbundig. De strakke, zwarte onderkleding, reikend van de voeten tot haar middel steekt er pikant tegen af. Het spel van Jeanne mag dan als van een 'popster' geacht worden, maar zij weet de toeschouwer in deze voorstelling te boeien en te ontroeren. In de stijl van Brecht worden de scènes onderbroken door wisselende soundtrack waarin psalmen, strijdliederen, reli-rock en hedendaagse hits te horen zijn.
Door deze enscenering is Jeanne d'Arc van de Slachthuizen waarin Brecht kapitaal, religie en idealisme in 1929 in een parabel tezamen bracht, ook in 2000 nog boeiend. Wie goed luistert en kijkt en de voorstelling al denkend beleeft, merkt dat hier ook de actuele toestand in de wereld weerspiegeld wordt. Daardoor heeft deze voorstelling een zo genaamde 'kathartische' c.q. bewustmakende invloed op de aandachtige toeschouwer.
Na de katharsis volgt de vraag voor de toeschouwers: 'hoe verder?' Verlaten door iedereen, berooid van idealen, blijft Jeanne achter. Zij sterft, niet zoals de historische Jeanne in 1423, op de brandstapel, maar wel even ontgoocheld, op de werkvloer, zwaaiend met de rode vlag en als tragische held wanhopig schreeuwend: 'alleen geweld helpt, waar geweld heerst'.Els Wiertz-Boudewijn (Gendt)
Informatie: Toneelgroep Amsterdam, telefoon 020-5237800 of http://www.tga.nl