| de vredessite / nieuwe oorlog 2007 | Samenvatting aanvullende hoorzitting Uruzgan, 6 december 2007 In aanvulling op de officiele hoorzitting over Missie Uruzgan op 7 december (waar nauwelijks tot geen kritische geluiden te horen waren) organiseerde Comite Troepen Terug uit Afghanistan op initiatief van SP en GroenLinks een geslaagde eigen hoorzitting op 6 december. Sprekers waren o.a. Arnold Karskens en Jan Pronk. Jan Gruiters (IKV/Pax Christi): Er zijn drie scenario's denkbaar 1. doormodderen 2. militair doorpakken 3. politiek dealen Bij 1. Doormodderen is niet per se af te wijzen, maar als er geen merkbare vooruitgang is leidt het tot stagnatie. Wat dit betreft zijn de tekenen niet gunstig. Ik verwijs naar een recent rapport van het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies (CSIS) gebaseerd op grondig onderzoek. De titel van het rapport is 'Breaking Point'. Dit rapport schetst een weinig rooskleurig beeld. Een groot deel van de bevolking heeft geen toegang tot de Afghaanse justitie, er is economische groei, maar veel gewone Afghanen merken daar niets van, de legitimiteit van het bestuur neemt af, er is wel sprake van enige wederopbouw maar deze wordt sterk belemmerd door de verslechterende veiligheidssituatie. Een kaartje uit een rapport van de VN over de veiligheid, dat vanochtend werd gepubliceerd door de Volkskrant, laat zien dat het laatste jaar de gebieden die worden aangeduid als 'onveilig' zich aanzienlijk hebben uitgebreid. Bij 2. Militair doorpakken is niet haalbaar, gezien het tekort aan troepen dat in ISAF-verband beschikbaar kan worden gesteld. Als je de inzet van militairen per vierkante kilometer in Afghanistan als maatstaf neemt voor de in elk geval voorlopig redelijk verlopen inzet in Kosovo, dan zouden er in Kosovo geen 18.000 maar slechts 370 soldaten zijn ingezet. Bij 3: Bij politiek dealen is de diplomatie belangrijker dan de militaire aanpak. Daarbij moeten allereerst de buurlanden worden betrokken, met name Pakistan. Zoals ook de Afghanistan-expert James Dobbins signaleert, is er namelijk geen sprake van een Talibanopstand, maar van een Pashtunopstand. De Pashtun zijn een volk dat aan beide kanten van de Afghaans-Pakistaanse grens woont. Zolang hun sociaal-economische belangen niet geadresseerd worden is er geen oplossing mogelijk. De grens zelf moet ook nog definitief worden afgebakend, zoals ook de kwestie Kasjmir in Pakistan moet worden aangepakt. En toen slotte moet er gepraat worden met de opstandige Pashtun en de gematigde elementen bij de Taliban. De conclusie:
Jan Pronk: Ik zal niet ingaan op specifiek Nederlandse overwegingen bij de voortzetting van de missie in Uruzgan. Mijn argumentatie berust op de volgende vooronderstellingen, waarmee men het al dan niet eens kan zijn:
Een gezamenlijke politieke strategie is nodig, niet alleen een Nederlandse. Dat neemt natuurlijk tijd. Het probleem is dat ik geen enkele bereidheid daartoe zie aan de kant van de NAVO. Er zou begonnen kunnen worden met een partiële wapenstilstand. Onderneem geen acties die dat kunnen frustreren. Willig eventueel een aantal voorwaarden van de andere kant in om uit de patsituatie te komen. ISAF zou zich terughoudend moeten gaan opstellen bij militaire operaties. Bijvoorbeeld alleen consolideren, niet bombarderen, niet er achteraanjagen. Als je een dergelijke aanpak niet wil, dan moet je onze soldaten een verdere militaire inzet niet aandoen. Je maakt dan misbuik van ze. In NRC/Handelsblad van 28 november staat een artikel van Jan Pronk met zijn argumentatie over een oplossing voor Afghanistan Arnold Karskens: De situatie in Uruzgan holt achteruit, er is een kritische grens overschreden. Op veel gebieden is het een debacle. Als je je zoals ik doe in het veld begeeft, valt een gebrek aan militaire strategie op. In het begin heerste er de 'Dutch approach'. Een open houding, je zonder bepantsering mengen onder de bevolking, geen jacht op de Taliban. De lokale bevolking snapte daar niets van. Ze dachten dat de militairen gekomen waren om tegen de Taliban te vechten. De Taliban konden zich op die manier nestelen en oprukken tot vlakbij Tarin Kot. Vervolgens werd begonnen met een heel andere aanpak. De 'big stick' werd gehanteerd. In juni werd massaal gebombardeerd zoals in het dorp Qala-e-Ragh bij Chora. Dat vervreemdde de bevolking van de Nederlandse militairen. Het is een tribale gemeenschap, het maken van burgerslachtoffers heeft meteen invloed op een hele groep. De inzet van zwaar materieel heeft veel kwaad bloed gezet. Wij doden nu meer onschuldige burgers dan de Taliban (300 tegen 50 à 60, dit is onder meer gebaseerd op een parlementslid dat uit de streek afkomstig is). Het is van een opbouwmissie bijna een moordmissie geworden. De inktvlekstrategie is een blunder gebleken. Uruzgan zelf is zelf een enclave geworden, de toegangswegen en de wegen tussen de districtshoofdsteden staan onder controle van de Taliban. Buitenlandse militairen kunnen zich daar alleen wagen in zwaar bewapende konvooien. Volgens de ex-diplomaat en Afghanistan-kenner Rory Stewart is het optreden van ISAF als een medicijn dat alleen symptomen onderdrukt, maar onvoldoende werking heeft om het kwaad te verhelpen. Het nu aangekondigde besluit is desastreus. Het zet het vertrekjaar 2010 vast in de hoofden van de plaatselijke bevolking. Die hebben een hele lange termijn horizon. Ze weten dat het helpen van de Nederlanders nu, na hun vertrek genadeloos zal worden bestraft. Over de wederopbouw hoeven we het niet al te lang te hebben. Winkeltjes worden opgeschilderd op kosten van de eigenaars zonder dat ze erom gevraagd hebben. Er zou geld in het opknappen van moskeeën zijn gestoken . Maar als je dat bij de moskee gaat vragen ontkennen ze geld van ongelovigen te hebben geaccepteerd. Op die manier is er natuurlijk weinig effect. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Sommige projecten (zoals bijvoorbeeld de 'Australische brug') worden en door de Australiërs en door de Nederlanders geclaimd. Van het ziekenhuis blijken de Nederlanders alleen de muren te hebben gebouwd. Het was een USAID-project. In Den Haag weigerde men mij een lijst van opbouwprojecten te verschaffen met locaties, zogenaamd om veiligheidsredenen. Bovendien is er door de Nederlandse bombardementen nu meer verwoest, dan dat er is opgebouwd. Rond Tarin Kot worden je tegenwoordig naast de plekken die door de Russen zijn verwoest ook die aangewezen die door de Nederlanders zijn verwoest. Schadevergoedingen zijn er wel, een paar honderd dollar per geval, maar dat dekt de kosten lang niet, zeker niet als je je bijvoorbeeld voor verwondingen in een ziekenhuis in Pakistan moet laten behandelen. De vorige gouverneur Munir heeft Talibangevangenen vrijgelaten, hij zou 3 miljoen dollar hebben achterovergedrukt en raadde zijn poortwachters aan om voor de Taliban te gaan vechten. Hij zat er op verzoek van de Nederlanders die hem tot het laatste toe gesteund hebben. Ik werk aan een excessennota op mijn website. Er moet een serieus onderzoek worden ingesteld naar de gevolgen van onze acties. Mijn conclusie: De verwachtingen van de Nederlanders waren zeer hooggespannen bij aankomst. De situatie is echter zeer verslechterd. Je moet blijven als je de NAVO steunt en wilt knokken. Als je de bevolking wilt steunen kun je beter weggaan. Op zijn website (http://www.arnoldkarskens.blogspot.com/) werkt Karksens aan zijn excessennota. Ook zijn artikelen in Nieuwe Revu over Afghanistan zijn er te vinden (http://www.arnoldkarskens.com/). Khalil Wedat (Samenwerking Afghanistan Nederland): De meeste Afghanen staan kritisch tegenover de huidige aanpak van ISAF. Ze willen vooral meer opbouwmissies in de veilige gebieden in het noorden. Zo zijn in de provincies Baghlan (waar vroeger de Nederlanders zaten) en Bamyan (sji'itisch gebied midden in het land) de ISAF-militairen vrijwel onzichtbaar en zie je nauwelijks tekenen van wederopbouw. In Bamyan is er bijvoorbeeld geen enkele geasfalteerde weg en geen lokale TV. De meeste Afghanen willen graag Nederlandse militairen in Afghanistan zien helpen bij de opbouw van het land, maar niet in Uruzgan. Dat is een zeer conservatieve streek waar veel mensen traditioneel problemen hebben met onderwijs en niet zoveel moeite hebben met de opiumteelt. In Uruzgan zou het veel beter zijn om alleen het Afghaanse leger en politie in te zetten. Buitenlandse troepen worden daar niet geaccepteerd. Daar activeer je door buitenlandse militairen in te zetten juist de strijd tegen de ongelovigen. Zonder onderhandelen (ook met Pakistan) redt je het sowieso niet. De Taliban is heel kleinschalig georganiseerd, geen duidelijke leiding, wel invloed van de Pakistaanse inlichtingendienst. Er kan echter niet met iedereen worden onderhandeld, zeker niet met mensen die jarenlang op grote schaal de mensenrechten hebben geschonden. Het regime Karzai heeft onder de Afghaanse bevolking een hele slechte en corrupte naam. Als je je daarmee verbindt kun je niets bereiken. Bovendien zijn er in heel Afghanistan nu al honderden burgerdoden door NAVO-bombardementen. In plaats daarvan kun je je beter concentreren op de opleiding van de eigen Afghaanse militairen en politieagenten. http://www.stichting-san.nl/ Willem van der Put (Healthnet): We zitten als Healthnet sinds 1993 in Afghanistan. We hebben ons maar twee keer moeten terugtrekken, in 2001 tijdens de Amerikaanse aanval en vorig jaar toen de Nederlanders naar Uruzgan kwamen. Generalisaties zijn in Afghanistan bijzonder lastig. Dat geldt alleen al voor de verschillen tussen mannen en vrouwen. Als je met mannen praat lijkt het wel of ze het over een ander land hebben dan waarover de vrouwen spreken. Terreurbestrijding en wederopbouw zijn twee totaal verschillende dingen. De Afghanen begrijpen niet zo goed waarom de eerste van die twee juist in Afghanistan moet worden uitgevochten. Die oorlog is een magneet die buitenlandse strijders blijft aantrekken. Onlangs schoot een konvooi van een Amerikaans PRT in paniek op omstanders met 19 doden als gevolg. Dat is onder de mat geveegd, maar bij de mensen die wij spreken leeft het enorm. Het leidt weer tot aanslagen als reactie. In tegenstelling tot het noorden is het in het zuiden sinds 2001 alleen maar slechter gegaan. We moeten proberen het daar anders aan te gaan pakken. Wat kun je nog in Uruzgan bereiken? De artikel 100 brief van de regering biedt daartoe wel enkele aanknopingspunten. De brief concentreert zich echter op wat er binnen de inktvlek gebeurt. Daar is van de 3D één enkele D heel erg groot, die van Defensie. ISAF werkt daar vanuit de regering Karzai. Wij niet en dat maakt ons productiever. Waar in elk geval geen behoefte aan is, is aan een groot plan waarbinnen dan NGO's, die sowieso heel weinig gemeen hebben, ingepast moeten worden. Onze aanpak is dat we in een dorp gaan zitten om samen met de mensen daar te gaan werken aan gezondheidszorg met een uitstraling naar dingen als een markt, een school. Het moet ook geen cadeautje zijn voor de mensen. Dan blijkt de grote veerkracht van de Afghaanse dorpsgemeenschap. Die is veel weerbaarder dan bijvoorbeeld veel dorpen in Afrika. Zo zal het Afghaanse dorp als ze eenmaal iets voor elkaar hebben gekregen zich niet laten ringeloren door binnenkomende Taliban. Dat opent interessante perspectieven. De vraag over hoe je moet onderhandelen wordt dan heel pragmatisch. Je kunt dan ook best met een naar de Taliban neigende groep in een dorp praten en dealen. Er zijn wel degelijk groepen bij de Taliban met wie je wat kunt doen, ook als Healthnet. Alleen is ISAF dan een groot probleem. Wij kunnen dan ook wel buiten de inktvlek werken maar niet daarbinnen. Als we dat laatste zouden doen, zou dat onmiddellijk leiden tot represailles tegen onze medewerkers in heel Afghanistan. Een aanvallende troepenmacht werkt desastreus voor de veiligheid van de bevolking. De oorlog tegen het terrorisme is strijdig met wederopbouw. De discussie wordt nu vernauwd tot militair doorgaan of niet. Eigenlijk zou je samen met landen als Engeland en Canada een vuist moeten maken in de richting van de NAVO voor een andere aanpak. Zo zijn de Canadezen inmiddels begonnen zelf de lokale politie te betalen. Toe nog toe bleef het meeste geld namelijk ergens hangen voordat het de agenten bereikte. Politiechefs verdienen heel weinig, maar blijken bereid te zijn grote bedragen te betalen om hun ambt te verkrijgen. Dat wijst op grootschalige corruptie. De nieuwe methode blijkt goed te werken. Wij hebben daar ook goede ervaringen mee in de gezondheidszorg. Een ander punt is de verbindingen via de weg. De veiligheid op de wegen is voor de bevolking van heel groot belang. Conclusie: Het reguliere Afghaanse leger is ook geen goed middel tegen de Taliban. Het is een conventioneel leger en daarmee kun je een guerrilla niet succesvol bestrijden. De motivatie is ook cruciaal. Die was er destijds tegen de Russen, maar die is er niet om de Taliban eruit te werken. Met een duidelijke scheiding tussen civiel en militair kun je buiten de inktvlek veel bereiken. Als ISAF er niet was geweest zou de wederopbouw een heel eind verder zijn dan nu. http://www.healthnettpo.org/HealthnetTPO(NL)/CORE/00/00/0.HTML Saskia Couwenberg: conclusies van de voorzitter
terug/back | de vredessite / nieuwe oorlog 2007 | |