menu
spacer
 
| de vredessite / nieuws 2006 |
 
 
 
Ongeremde handel in kleine wapens moet aan banden gelegd
 
Opinie, Arjan El Fassed en Annick van Lookeren Campagne
 
16 maart 2006 - Het grote aantal doden dat jaarlijks door de handel in lichte wapens wettigt een debat over controle op de handel, vinden Arjan El Fassed c.s.
 
De Nederlandse regering en de Tweede Kamer treden slap op tegen het gevaar van ongecontroleerde wapenhandel, terwijl die in omvang blijft toenemen. Wapens komen nog steeds terecht in gebieden waar grove mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Wetgeving op dit terrein wemelt van mazen en tekortkomingen waardoor wapens nog altijd worden misbruikt. Hoewel Nederland, vergeleken met andere landen, een restrictief exportbeleid hanteert, is het toch mogelijk dat Nederlandse wapens of wapensystemen via een omweg in verkeerde handen terechtkomen. Dat komt omdat de controle op doorvoer van wapens en op export van wapenonderdelen onvoldoende is.
 
Intussen leven nog steeds miljoenen mannen, vrouwen en kinderen in angst voor gewapend geweld. Elke minuut wordt één van hen door misbruik van wapens gedood. De werkelijkheid van de wetgeving is bizar. Er zijn verdragen over van alles en nog wat: oude postzegels, vaccinaties, dierenhuiden en emissierechten maar ondanks het enorme leed dat wapens aanrichten, bestaat er nog geen bindende internationale wetgeving die de export van wapens reguleert. Hierdoor verhandelen staten wapens naar dictatoriale regimes, notoire mensenrechtenschenders of criminele groepen die er burgers mee martelen, onderdrukken en doden. Daarom is er internationale wetgeving nodig die de export van wapens regelt.
 
Bij iedere oorlog of gewapend conflict stijgt de productie van kleine wapens en worden conflictgebieden er mee overspoeld. Wapenhandel is een miljoenenbusiness en de profiteurs hiervan hebben weinig baat bij strikte regelgeving. Meer dan 600 miljoen kleine wapens eisen honderdduizenden slachtoffers per jaar en houden tientallen landen in armoede. Veel conflicten in de wereld worden aangewakkerd door de enorme productie van en handel in wapens. Bovendien doen gevoelens van onveiligheid in de wereld de vraag toenemen. Landen die verhoudingsgewijs hoge militaire uitgaven hebben, zijn niet per definitie veilige landen. Sterker: onderzoek van de Wereldbank toont aan dat er een negatief verband is tussen onveiligheid en militaire uitgaven. Het gegeven dat wapens eenvoudig en in grote hoeveelheden verkrijgbaar zijn, vergroot de kans op gewapende conflicten.
 
Ontwikkelingslanden besteden al een decennium steeds meer aan wapens. Jaarlijks geven landen in Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Latijns Amerika gemiddeld bij elkaar 22 miljard dollar aan wapens uit. Voor dat bedrag zouden zij de Milleniumdoelstellingen kunnen halen: basisonderwijs voor iedereen (geschatte kosten: 10 miljard dollar per jaar) en verlaging van de sterfte onder nul- tot vijfjarigen en hun moeders (geschatte kosten 12 miljard dollar per jaar).
 
Deze cijfers maken duidelijk dat een verbeterde controle op wapenhandel noodzakelijk is. Maar helaas is er in Nederland en daarbuiten een groot gebrek aan aandacht voor de gevolgen van de onverantwoorde wapenhandel.
 
Al geruime tijd pleiten maatschappelijke organisaties voor een internationaal bindend wapenhandelsverdrag. Dit verdrag zal strenge criteria moeten bevatten, die voorkomen dat staten wapens leveren aan notoire mensenrechtenschenders, terroristische of criminele groeperingen of dat er wapens naar conflicthaarden worden verscheept. Wij vinden dat de Nederlandse regering samen met andere landen zich tot het uiterste moet inspannen om een internationaal wapenhandelverdrag tot stand te brengen. Maar ook op nationaal niveau - Rotterdam, Schiphol - moet controle plaatsvinden om dubieuze handel te voorkomen.
 
De controle op doorvoer van wapens en op de export van wapenonderdelen is onvoldoende. Bevriende landen genieten vandaag de dag allerlei ontheffingen en handelsvoordelen. De Nederlandse overheid vertrouwt teveel op onze bondgenoten, want helaas interpreteren en implementeren onze bondgenoten wapenwetgeving en criteria veelal naar eigen believen. Het resultaat is dat Nederlandse wapens of wapenonderdelen die via Nederland verhandeld worden uiteindelijk in staten kunnen belanden waar Nederland zelf niet direct naar exporteert.
 
Ook de activiteiten van Nederlandse wapenhandelaars worden onvoldoende gecontroleerd. Zij ontduiken wapenembargo's en verdienen veel geld aan oorlogen. Een Nederlandse tussenhandelaar die zich buiten Nederland vestigt en daar wapens verhandelt kan niet aangepakt worden. Zo hebben befaamde Nederlandse handelaren jarenlang straffeloos wapens verhandeld naar conflicthaarden in Afrika zoals naar Liberia. Net zoals bij drugs en kinderporno delicten moet er ook controle uitgeoefend worden op Nederlandse tussenhandelaren die buiten Nederlands grondgebied opereren.
 
Op 16 maart a.s. vindt in de Tweede Kamer het debat over het Nederlands wapenexportbeleid plaats. Dit jaarlijkse debat beperkt zich doorgaans tot de huidige stand van de Nederlandse wapenindustrie en het economische belang van wapenexport voor ons land. De desastreuze effecten die grootschalige beschikbaarheid van wapens heeft op mensenlevens en op het in stand houden van armoede worden eenvoudigweg genegeerd. Massavernietigingswapens zoals nucleaire, chemische en biologische wapens, staan wel volop in de belangstelling. Maar in de dagelijkse praktijk zijn het juist kleine en lichte wapens die massavernietiging aanrichten.Het wordt tijd dat het Nederlandse debat over wapenexport inhoud krijgt en zorgt voor duurzame oplossingen. De tijd dringt. Zonder concrete acties in Nederland en daarbuiten kost elke minuut een mensenleven.
 


 
Arjan El Fassed en Annick van Lookeren Campagne zijn beleidsmedewerkers van respectievelijk Oxfam Novib en Unicef Nederland Daan Schoemaker is medewerker Politieke Zaken bij Amnesty Nederland. Samen met Pax Christi vormen deze organisaties de Nederlandse Control Arms coalitie.
 
 
terug/back | de vredessite / nieuws 2006 |