Vredesduif met olijftak in snavel.

Onderzoek gifgasaanval Syrië

20-1-2014 De experts die de brokstukken van de raketten, gebruikt bij de gifgasaanval in Syrië op 21 augustus 2013, onderzochten, besluiten dat ze niet vanuit stellingen van het Syrische leger konden zijn afgevuurd. De stelling van de VS dat dit wel zo zou zijn wordt daarmee onderuit gehaald.

 

Uit het onderzoek van de in het puin gevonden brokstukken van de lanceerprojectielen voor gifgas werd vastgesteld dat het om geïmproviseerde raketten met een loop van van 330 tot 350 millimeter doorsnede gaat. Op de neus van deze raketten was een vat gemonteerd met chemicaliën.

De experts omschreven de raketten als 'vuilbakken op een vuurpijl', die na afvuring door hun weinig aerodynamisch profiel zeer onstabiel vlogen en maximaal 2 kilometer ver konden geraken.  Op de map die de VS opstelde van de stellingen van het Syrisch leger op de dag van de aanval staat de dichtst bijzijnde positie van het regime echter op minstens 5,8 kilometer van de plaatsen waar de raketten neerkwamen.

 

Zowel het ontwerp van de raketten en de vaten als hun lanceertraject wijzen er op dat dit geen projectielen waren die vanuit stellingen onder controle van het Syrisch leger konden zijn afgevuurd. De VS heeft daarentegen altijd de stelling verdedigd dat het onmogelijk om projectielen kon gaan vervaardigd, ingezet en afgevuurd door de rebellen.

 

Het nieuwe rapport weerlegt niet de mogelijkheid dat het toch om wapens van het Syrische regime zou gaan, maar stelt dat de bewijzen evengoed wijzen op het tegendeel. Dit spreekt de stelling van de VS tegen, die het regime als enig mogelijke dader aanduidt.

 

Richard Lloyd, een voormalig wapeninspecteur van de VN, en Theodore Postol, professor technologie aan het Massachussetts Institute of Technology argumenteren in het rapport 'Possible Implications of Faulty US Technical Intelligence' dat de beperkte reikwijdte van de raketten het pleidooi van president Obama voor militaire actie ernstig verzwakt.

 

Volgens Postol - die aan het onderzoek deelnam vanuit de vaste overtuiging dat de beweringen van president Obama juist waren - hebben de rebellen wel degelijk de capaciteit om dit soort wapens te maken. Minister van buitenlandse zaken John Kerry had beweerd dat de ontploffingen van deze projectielen op satellietbeelden te zien waren. Volgens Postol waren de vuurkracht van de detonaties voor deze raketten echter te licht om op satellietbeelden zichtbaar te zijn.

 

Meer info.

 

Deze bijdrage is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.0 België licentie

Auteur: Lode Vanoost, www.dewereldmorgen.be,16-1-2014