5-6-2018 De picketline die Enschede voor Vrede op 26 mei organiseerde bij de ingang van de Landmachtdag, trok naast de gebruikelijke passanten ook een aantal prominenten die met de demonstranten in gesprek gingen. Eén van hen was minister van Defensie, Ank Bijleveld, die in de Enschedese gemeenteraad is begonnen en ook lokale kwesties rond oorlog en vrede blijkbaar is blijven volgen.
Zo informeerde ze of Enschede voor Vrede nog steeds haar maandelijkse wakes op het Ei van Ko houdt, hetgeen vanzelfsprekend bevestigd kon worden.
Een andere prominente gast was de Man met de Zeis. Hij was wat zwijgzamer dan de minister maar droeg om zijn nek een bord met de tekst "Kom gerust dichterbij. We hebben interessante job-aanbiedingen voor je. De landmachten van NL en D." Een tekst waar de minister het ongetwijfeld mee eens zou zijn geweest.
Toen één van de demonstranten met hem het terrein opliep kwamen zij de plaatsvervangend commandant van de Nederlandse landstrijdkrachten, generaal Martin Wijnen, tegen die naar aanleiding van de Landmachtdag van twee jaar geleden al eens bij een bijeenkomst van Enschede voor Vrede te gast is geweest. Hij herkende ons ook nog en hij wilde maar wat graag met de Man met de Zeis op de foto.
We liepen verder, maar werden vervolgens staande gehouden door een veel lager in rang zijnde militair die ons te verstaan gaf dat de afspraak was dat wij buiten bij het hek en niet op het terrein zouden demonstreren. Toen wij duidelijk maakten dat we niet demonstreerden en dat de generaal er zojuist geen enkel bezwaar tegen bleek te hebben, was het verhaal dat wij de vele kinderen die hier rondliepen en op de tanks klommen bang maakten.
Daarop schoot de Man met de Zeis in de lach: "Bang voor mij en niet voor al dat oorlogstuig dat hier opgesteld staat? Dat is veel gevaarlijker dan ik ben!" Het geeft maar weer aan, wat vorig jaar ook ons centrale thema was bij ons protest tegen de Landmachtdagen, dat men de krijgsmacht en het werken bij de krijgsmacht graag aan jonge kinderen wil presenteren zonder daarbij een belangrijk maar er wel onlosmakelijk mee verbonden thema aan te snijden: de dood. De (ultieme) bereidheid te doden en gedood te worden.
Terecht dat mensen en vooral kinderen daar angst voor hebben, maar het hoort wel bij deze bedrijfstak en zou niet verzwegen mogen worden! In plaats daarvan werden de tanks vooral als klimtoestel gepresenteerd te midden van de opblaasbare klimtoestellen die je tegenwoordig op elk straatfeest ziet en die men ook hier aan had laten rukken.
Bovendien werd de opmerking van deze militair meermalen gelogenstraft. We hadden ons nog niet omgedraaid of een moeder vraag of haar twee jonge kinderen met de Man met de Zeis op de foto mochten. Dat wilden ze zelf. En ook andere kinderen kwamen nieuwsgierig kijken wie of wat hier in het zwart gekleed ging. Nog voor we het terrein af waren had ook de persvoorlichter van Defensie al ons gevraagd om even voor hem te poseren zodat hij een foto kon maken. Toen wij hem vertelden dat we zojuist te horen hadden gekregen dat we het terrein moesten verlaten, snapte hij daar helemaal niets van.
Even later kwam een andere militair een aantal flesjes water bij ons afleveren. Bij dit warme weer moest je goed drinken, zo zei hij. Toen hij erachter kwam dat één van de demonstranten uit Duitsland afkomstig was (en ook een spandoek "Frieden schaffen ohne Waffen" en een vlag van de "Friedensfreunde Dülmen" bij zich had) meende hij smalend op te moeten merken dat we het als Nederlandse vredesactivisten kennelijk niet alleen afkonden.
Daarop antwoordden wij dat dat klaarblijkelijk ook voor Landmacht geldt: de tanks die hier als klimobject stonden waren allemaal Duits en de tankbrigade die zich hier presenteerde is een Duits-Nederlandse. Nog geen tien dagen geleden door minister Bijleveld en haar Duitse collega Ursula von der Leyen ten doop gehouden. Op dat punt konden we elkaar dus de hand geven.
Bron: Enschede voor Vrede