Vredesduif met olijftak in snavel.

Plundering Palestina

16-10-2020 Tijdens de Israëlische 'Onafhankelijkheidsoorlog' (1947-1949), die onder Palestijnen bekendstaat als de Nakba of 'Catastrofe' werden in 1948 de bezittingen van verdreven of gevluchte Palestijnen gestolen om hun terugkeer te verhinderen. De Israëlisch historicus Adam Raz hoopt met zijn nieuwe boek Looting of Arab Property in the War of Independence het taboe rond het onderwerp te doorbreken.

 

De plunderingen vonden plaats in het hele land, en alle lagen van de joodse bevolking namen eraan deel - jong en oud, burgers en soldaten, leiders en ondergeschikten. In verslagen duiken termen als 'anarchie' en 'pogrom' op. Volgens Raz werden de bezittingen van 600 duizend Palestijnen gestolen. Een aanjagende rol was weggelegd voor de joodse milities Haganah, Irgun en Palmach. Met vrachtwagens en boten werden Palestijnse inboedels afgevoerd.

 

Raz beperkte zijn onderzoek tot de roof van roerende goederen ('movables'). Inventarisatie van de inbeslagname en roof van Palestijnse gebouwen en land laat hij aan andere historici over. Zijn nadrukkelijke wens is dat door zijn onderzoek de stilte rond het onderwerp wordt doorbroken. Op het thema rust een zwaar taboe dat voorkomt dat de Israëli's de pijnlijke feiten onder ogen zien en ermee in het reine komen. Raz spreekt van een 'conspiracy of silence', een 'zwijgcomplot'

 

Meer over het onderzoek van Adam Raz.

Bron: The Rights Form