Vredesduif met olijftak in snavel.

Geschiedenis als het kwaad

25-1-2011 In het november-decembernummer van Geschiedenis Magazine nr. 8 (2010), p. 16-18, geeft Eelco Bunia een merkwaardige visie op Tolstojs beroemdste boek Oorlog en Vrede. Hij zou de geschiedenis als het kwaad zien.

 

De roman Oorlog en Vrede, beroemd om zijn realistische beschrijving van de Russische samenleving tijdens de inval van Napoleon in de winter van 1812-1813 bevat ook een morele boodschap. Naast de beschrijving van de gebeurtenissen en de karakters die daar al dan niet mee te maken krijgen of onder lijden, zijn er tal van passages met uitwijdingen en commentaar, die vooral als achtergrondvisie dienen en die in oudere vertalingen van Tolstojs roman zijn weggelaten. Toch zijn zij essentieel, even essentieel als de lyrische ontboezemingen van Victor Hugo’s Les Misérables, die hem inspireerde. Het was noodzakelijk dat ook de schrijver zelf commentaar gaf op de werkelijkheid waarin zijn personages leefden, en dus op de geschiedenis van die tijd.

Dat laatste wordt nu in een historisch tijdschrift door Eelco Runia beschreven. Zij is opmerkelijk: in het denken van Tolstoj ontwikkelt zich een dialectiek waarbij aan de geschiedenis aan de ene kant staat en de maatschappij aan de andere: de “geschiedenis” propageert de oorlog en de afwijzing van de geschiedenis, de altijd bestaan hebbende werkelijkheid, brengt de vrede voort. De geschiedenis keert zich volgens Tolstoj tegen de maatschappij en is dus destructief. De historicus is haar ideoloog die het geweld en de oorlog verheerlijkt.

Waarom Tolstoj tot deze conclusie komt, beschrijft Runia niet, daarvoor is zijn kader te klein. Want daarvoor is commentaar vereist over de context, bijvoorbeeld van de geschiedschrijving en het geschiedenisonderricht in het Rusland van die jaren. Voorlopig mag men naar analogie van wat men over de Hollandse natie rond 1869 - het verschijningsjaar van de laatste aflevering van Tolstojs boek - weet wel veronderstellen dat ook daar vooral over het vaderland, zijn koningen, keizers, veldheren en krijgsheren wordt gedoceerd.

Men kan deze benadering van de werkelijkheid bezien als romantiek in een realistische roman die naar het ideale streeft, maar daarmee is de zaak niet afgedaan. Later zou Tolstoj in het evangelie de eeuwige leer ontdekken die de mensheid van de geschiedenis zou zuiveren en definitief de strijd aangaan tegen alle geweld. En in de 20e eeuw zou hij worden bewonderd door de verklaarde atheďst Albert Camus, die op zijn manier met weergaven van de realiteit de eeuwige waarheid wilde destilleren uit de opstand tegen de bestaande werkelijkheid.+

25-1-2011