Vredesduif met olijftak in snavel.

Wapenexport naar dictaturen

16-12-2011 Het Nederlandse wapenexportbeleid moet veel strenger uitgevoerd worden. Ondanks eerdere toezeggingen in die richting geeft de regering geen gevolg aan de lessen van de Arabische Lente. Dat schrijft de Campagne tegen Wapenhandel in haar vandaag gepubliceerde 'Analyse Nederlandse wapenexport 2010'.

 

Hierin worden wapenexportcijfers en het beleid van Nederland voorzien van context en duiding. Vanwege de grote hoeveelheden Nederlandse wapens die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika wordt extra aandacht besteed aan de wapenhandel met ondemocratische regimes. Op 21 december bespreken regering en parlement het Nederlands wapenexportbeleid in een Algemeen Overleg.

Dat de regering moeite heeft met een goede afweging tussen mensenrechten en de belangen van de wapenindustrie blijkt onder meer uit door de Campagne tegen Wapenhandel op grond van de Wet openbaarheid bestuur verkregen documenten voor export naar Libië.

De Campagne tegen Wapenhandel stelt dat Nederland wapenexport naar dictatoriale landen strenger moet controleren. Exporten naar zulke landen moeten standaard geweigerd worden, tenzij aan een aantal specifieke voorwaarden kan worden voldaan. Ook moet meer gekeken worden naar hoe landen hun wapenaankopen financieren en welke gevolgen dat heeft voor sociaaleconomische investeringen en de schuldpositie van deze landen.

Na twee opeenvolgende recordjaren daalde de waarde van de Nederlandse wapenexport in 2010 naar 1,047 miljard euro, nog steeds een fors bedrag in internationaal perspectief. De Verenigde Staten is de belangrijkste exportbestemming. Veel export naar de VS bestaat uit F-16 onderdelen die fabrikant Lockheed Martin verwerkt voor buitenlandse opdrachten, bijvoorbeeld voor orders uit Egypte, Irak, Marokko en Turkije. De grootste afzonderlijke Nederlandse exportvergunning in 2010 bedroeg 99,5 miljoen euro voor tweedehands F-16s die Chili kocht van de Nederlandse luchtmacht.+

16-12-2011